Het lonkende Oosten

Valt er in verre landen, met name in Azië, nog wat te verdienen voor de blanke industrialisten? Dat is een vraag die bij een stagnerend westers neoliberaal model gesteld mag worden. Kunnen we nog wat afzetten, in goederen, diensten of entertainment? Of is het tijd om juist een dam op te werpen en weer lekker protectionistisch de actuele, virtuele of online werkkracht uit het oosten buiten te houden? Convergeren we naar een globale economie of divergeren we en ontstaan (of groeien) er cultureel-economische sferen die minder consumptief en materialistisch opereren?

De opkomende markten. Het is een mooi perspectief en ongetwijfeld zullen de miljarden die nog niet zijn ingelijfd in het neo-liberale kapitalistische systeem nog heel wat auto’s, televisies, computers en andere goederen gaan afnemen, dat valt niet tegen te houden. Wel maken ze het liever en goedkoper zelf en omdat daar ook olie, gas, zeldzame aarden en andere grondstoffen voor nodig zijn, zullen de prijzen daarvan ongetwijfeld nog flink stijgen. China, India, het waren en blijven voorlopig nog groeiende economieën. Maar blijven het afzetmarkten voor ons? En hoe staat het met de kleinere landen? In hoeverre zijn de verhalen dat we de verzadiging in de westerse markten kunnen compenseren door de afzet daar, een illusie? Bedrijven als Nokia die toch duidelijk de westerse touch-boot misten, willen nu de laatste miljard smartphones gaan verkopen in India, Indonesië, Birma en natuurlijk China. Dat klinkt mooi en omdat het gaat om Verweggistan geloven wij, de media, de aandeelhouders en de banken, dat misschien wat al te gemakkelijk. Natuurlijk is het logisch, denken we, dat ook in Azië hele velden windmolens neergezet kunnen worden, atoomcentrales nog een plek kunnen krijgen en de jongens en meisjes die bij Foxconn de iPad’s in elkaar zetten, zelf ook zo’n ding willen hebben. De goedkope werkkracht van de miljoenen daar is nog steeds aantrekkelijk, offshoring en sweatshopping blijft booming, maar daarmee besparen we alleen op werk hier en maken onze eigen industrie niet sterker en verarmen we onze eigen dienstensector.

Vergelijken

Ik maakte dit voorjaar een reis door Azië, bezocht Maleisië, Bali, maar ook de Emiraten en probeerde in te schatten hoeveel handel er nu eigenlijk nog in het verschiet ligt, of er nog wat neo-koloniale mogelijkheden zijn en waar de beperkingen liggen. Valt er nog wat te regelen, wat westerse know-how te exporteren? Die arme luitjes nog wat moderniteit bij te brengen, in ruil voor goedkope arbeidskracht en misschien wat exotisch vakantieplezier? Ik weet dat ondertussen kleren, computers, elektrische fietsen, iPads en smartphones daar vandaan komen, Kmart haalt het merendeel van de spullen uit China en Mercedes en Porche lukt het om ook daar goede zaken te doen. Welke kansen liggen er nog meer? In uitbuiterige zin is er natuurlijk nog wat te versieren: seks, drugs, sweatshops, slim de tekortkomingen van de lokalo’s exploiteren. Wij Nederlanders waren er altijd goed in en een bestaan als neo- danwel smart-kolonialist in Abu Dhabi, Kuala Lumpur of op Bali is nog steeds mogelijk, de toean besar leeft! Neem de software, de organisatiestructuren, de financieringsmodellen of de bouwtechnieken van het Westen mee, zet die daar handig in en er is nog grof geld te verdienen. Vooral waar de westerse sfeer overlapt met de exotische, zoals in het toerisme of de bouw van ultra-indrukwekkende projecten (zoals de toch wat zielige Palm in Dubai), rolt het geld nog. De vraag is of er fundamenteel een omslag is en welke richting die dan uitgaat? Is er sprake van convergentie of divergentie? Niet aan de oppervlakte maar in de sociaal-psychologische diepte. Alleen naar de materiële oppervlakte kijken, het aantal scooters, smartphones en legale Windows licenties tellen klinkt leuk, maar zegt niet veel. Als je dan in zo’n super shopping mall in Dubai gaat kijken welke hardware men gebruikt in de internetcafe’s, dan is dat paradoxaal. Daar zitten Emirati (de Arabieren van de UAE) met dure (of valse) Rolexen naast zwartgejurkte boerkadraagsters te werken op echt achterlijke hardware, draaiend onder Windows 98 of de Millenium Edition. Facebook, surfen, chatten, skypen, maar echt werken of leuk aandelen (ver)-kopen is er niet bij, daar heb je toch een kantoor voor met westerse huurlingen. Ook in hotels is de hardware gebrekkig. Terwijl de kamers allemaal digitale platschermen hebben, is het back-office tevreden met wat er werkt, met af en toe een schop of klap op het systeem als dat hapert. De luxueuze hotels hebben moderne spullen, maar het merendeel van het MKB weet van computers, werkt er ook mee, maar zijn zeker niet de gebruikers van de nieuwste software of hardware. Het is rommelen en er zijn ook geen echte computerzaken of dealers. Het is allemaal een kwestie van mannetjes en kennissen en ritselen. In de grote shopping malls zijn er wel outlets voor CE, mobiel/smart en computers, maar de clientèle daar is vooral de toerist, dus er zijn geen desktops te vinden. Dan valt ook op dat eind maart Nokia nog geen Windows 7 smartphones verkoopt, want er was nog geen Arabische software en ook de nieuwe iPad moet daarom nog even wachten. Voor de verkoop aan toeristen zijn ze er wel, maar geen lokaal aangepaste modellen. Dan vraag ik me af, hoe serieus is Nokia? Want een groot deel van de volgende één miljard smart<->phones zal toch lokaal aangepast moeten zijn, in schrift en taal. Zouden die duizen<->den Nokia werknemers die nu op straat staan, daar niet nuttig kunnen worden ingezet? Of is dat verhaal over opkomende markten leuk voor de ban<->kiers, media en analisten, maar gelooft men er zelf niet echt in?

Golf-overmoed

De Emiraten zijn steeds vaker een vakantiebestemming, maar wat men te bieden heeft is erg Las Vegas plat vertier, minus de seks dan. Enorme hotels, waar je voor een kwart van de officiële prijs ook terecht kunt via internet, met veel familievertier en musea en aquaria en koopparadijzen in-house, zoals het tegenvallende Atlantis op de Palm. Amerikaans, plat, alles gericht op uitgeven en dat liefst gekoppeld en door elkaar lopend. Zoiets als een publiek strand is er niet op de Palm, je kunt langs de heel blauwe zee rijden, meer niet. Overdreven bouwwoede, veel leegstand, geruchten over een financiële Golf-crisis omdat er te veel geleend is (vooral Dubai staat in die zin onder water), bijna lachwekkende pogingen om het beetje historie op te peppen tot bezienswaardigheden en musea; kunst als investering en niet als ervaring, gaat dat zien! Niet om nog eens terug te komen, want in de Burj Khalifa naar de hemel liften op de 110e verdieping of nog hoger doe je ook maar één keer. De Emiraten zijn een typische elitocratie. De rechthebbende Arabieren zijn arrogant, de rest is werkvolk of erger en alleen als ze duur westers gekleed zijn een blik waardig. Corruptie is er van hoog tot laag. De moeilijk opeisbare miljarden die de heersers te overmoedig investeerden zijn de top van een wankele ijsberg. Je krijgt een beetje een Spaans Costa gevoel als je in Dubai de Sheikh Zayed hoofdweg met die enorme wolkenkrabbers afrijdt, want te veel staat leeg, te huur of wordt niet afgemaakt.

Abu Dhabi, waar ze veel meer olie-inkomsten hebben dan in Dubai, is wat rustiger, minder heftig gericht op business en eigenlijk een veel aardiger stad. Ruim opgezet, maar minder karakteristiek. Die paar grote moskeeën zijn indrukwekkend, maar van staatswege is er iedere paar honderd meter wel een gebedshuis neergezet, de muezzins kun je niet ontkomen. Er is een vriendelijker sfeer dan in Dubai, de minderheden hebben meer hun eigen plekken en je kunt er dus leuk Indisch of Philippijns eten. Het is een winkelparadijs qua prijzen en aanbod en wie goud wil kopen trekt dat even uit een automaat. Gouden sieraden in welke vorm dan ook krijg je tegen gramsprijs, heel redelijk. Alleen in de twee grote malls proberen de juweliers de toeristen net iets te duidelijk te naaien. Abu Dhabi heeft ook grote en hoge gebouwen, een majestueus paleis en overluxueuze hotels, maar met een meer regulier en zeer wijd uitgelegd stratenplan. Men probeert toeristen te trekken met festivals en kunstbeurzen, maar het is allemaal kunstmatig, niet gebaseerd op een diepe traditie. De rijke filantropen en kunstmaecenassen doen dat als investering of als trekker voor hotels of onroerend goed projecten. De Golf-<->kunstscene is dus tamelijk hol. Men gaat kunst kopen als men al een jacht, huizen, paarden en een vliegtuig heeft, dus pure decadentie. Dat kan ook weer inzakken, de kunstmarkt is wat dat betreft een kanarie-mijnvogeltje, een waar<->deringscrisis in de kunst gaat vaak vooraf aan een bredere crisis.

Wat ontbreekt in de Emiraten - ondanks doorzichtige pogingen dat erin te brengen - is de authenticiteit. Dertig jaar geleden mocht ik (via Philips) Saudi-Arabië van binnenuit bekijken. De oorverdovende stilte van de nachtelijke woestijn en de immense leegte maakten indruk, van toerisme was er toen geen sprake. De sfeer van de soekhs van Ryaadh en de innemende hartelijkheid van de Arabier die gastvrijheid als erezaak voelt, bleven me bij, alleen in oud-Dubai bij de Creek is daar nog iets van te merken.

De Emiraten zijn een gelaagde maatschappij, met heersers en heel veel inge<->huurde werkers. Weinig vrouwen en dat beperkt een wezenlijke doorbraak naar het westerse democratische en sociaal mobiele klimaat. Opvallend is dat de laatste tijd de banken steeds meer op islamitische grondslag opereren (geen rente, wel risico-opslag) en daar in de Emiraten ook fors mee adverteren in de publieke ruimte. Dit gaat ten kosten van de westerse bankwereld en dat is ook een van de doelen van de UAE: om een bovenregionaal financieel centrum te worden.

Voor wie zaken wil doen is er in de schaduw van de olie nog wel wat te verdienen. Maar een oorlog tegen Iran (toch de overkant en niet te ver weg) kan de stabiliteit in de regio aardig overhoop halen. Het aloude Soenni (anti-magische, streng in de leer) en Sjia (meer magisch, meer ritueel) schisma speelt hier een rol, maar dat hier ook twee (olie-)concurrenten tegenover elkaar staan mag niet vergeten worden. Maar UAE is wel de plek waar vele miljarden, zelfs biljoenen, zomaar even worden verschoven en de instabiliteit van de wereldwijde monetaire en financiële markten zichtbaar kan worden. Plannen voor een transactietaks of Tobin-tax hier moeten terdege reke<->ning houden met de financiële reken<->meesters daar.

Maleisië

Kuala Lumpur is nog steeds een van de groeikernen in Azië. Je voelt de bedrijvigheid van de stad overal. Veel jonge mensen die hard werken, hard studeren, opleiding is alles in KL. Ze hebben allemaal een mobieltje, maar gebruiken die veel minder dan bij ons. In het vrij goede openbaar vervoer praat men gewoon met elkaar. KL is geen homogene cultuur, er zijn grote minderheden zoals de Chinezen die vasthouden aan hun cultuur en er zijn nog steeds raciale spanningen. Het democratische systeem staat bol van vriendjes en corruptie, maar omdat er nog steeds groei is, er nog volop gebouwd wordt en de economie draait, wordt iedereen er (tenminste) een beetje beter van. Het kale toerisme naar KL is een beetje uit. Het is ook een erg warme stad met cultureel nou niet echt indrukwekkende trekkers. Wel weer veel shopping-centers en superhoge gebouwen (Petronas Towers) maar vooral dat hitsige gevoel van actie, dat ook New York heeft. Qua toerisme mikt men nu meer op congressen, cursussen en zakelijke events - overigens een uitwijkmogelijkheid die alle grote toeristensteden in het vaandel voeren. Omdat het achterland, Birma, Thailand en het Indonesische Sumatra aan de overkant nog een enorm afzet- en arbeidspotentieel heeft, kan KL nog wel even vooruit. De ICT markt is net als elders in Azië chaotisch, veel kleine winkeltjes en slimme eenpitters. Er is wat offshore, maar dat past toch minder bij de meer ondernemende Chinese kids, die willen zelf aan het stuur zitten. KL is een prima basis (overigens net als Singapore), voor wie zaken wil doen in Azië, juist omdat er zoveel culturen bij elkaar komen, maar zit net als veel andere moslim landen toch in een spagaat qua bankwezen. Ook in KL neemt het islamitisch bankeren enorm toe, men wil daarin ook bovenregionaal voorop lopen.

Verandering

In het verleden heb ik veel gereisd in Azië en dan merk je, dat afgezien van de enorme gebouwen, de overgang van toek-toeks naar ecologisch wat vriendelijker vervoermiddelen en de mobieltjes en internet als communicatiemiddel er fundamenteel niet veel veranderd is. Raciale spanningen, uitbuiting, corruptie, religieuze tegenstellingen, diepgewortelde haatgevoelens van de arme minderheden tegen de machthebbers en het leger, daar hebben Facebook en Google niet echt verandering in gebracht. De culturele eigenheden zijn niet aangetast, de Emirati weet dat ie in het verkeer zijn gang kan gaan tegenover de Pakistaanse of Philippijnse taxichauffeur, omdat de politie hem a priori gelijk geeft; de Indonesische politie geeft altijd de schuld aan de westerse toerist, want die kan betalen.

Natuurlijk, hotels worden via internet geboekt, creditcards werken overal, restaurants werken overal met touchscreens, maar beperkt dat het gerommel, het zwarte geld circuit, de corruptie? Probeer in Azië of in Dubai eens ergens legale dvd’s of software te kopen en men kijkt je meedelijdend aan. Dat past nog lang niet in hun cultuur. Hoezo Acta of Sopa? Globalisme betekent vooral dat men graag de technologische wonderdingen overneemt, dat ieder café met gratis wifi probeert te scoren. Maar dat wil nog niet zeggen dat men het westerse denkmodel, dat bol staat van angst, ambitie, materialisme en competitie, ook accepteert. Denken dat het neo-liberale denken de enige weg is, berust op niet meer dan de angstige projectie van hen (wij dus) die erin gevangen zitten. Als je bedenkt dat die driekwart van de wereldbevolking buiten onze sfeer helemaal geen spaartegoeden, pensioenplannen of ziekteverzekering kent en ze er toch gemiddeld genomen gelukkig uitzien, is het dan geen arrogantie of angstprojectie om te denken dat ze dat nodig hebben? Het pensioenplan van de Balinese rijstboer is kinderen hebben, dagelijks offeren aan de goden en demonen van zijn akker, de familietempel te eren en zorgen dat zijn sociale netwerk overeind blijft door deel te nemen aan de dorpsfeesten, rituelen en vooral niet af te wijken door stiekem te gaan sparen. Overleven is daar nog delen, beperkt tot familie en dorp. Het egocentrisme van onze cultuur is daar een zonde.

De Westerse sfeer

Ik ben geen fan van de Duitse filosoof-antropoloog Peter Sloterdijk. Zijn warrige theorieën zijn vooral anders en de aansluiting bij vroegere filosofen als Heidegger is gekunsteld. Interessant is niettemin zijn analyse van ons Westerse kapitalisme als een “sphaere”, een cultureel-economische bubbel waar een kwart van de wereldbevolking in leeft, maar waar driekwart buiten valt. Wij denken dat ons neo-liberale, kapitalistische wereldbeeld een soort kroon op de menselijke ontwikkeling is, maar zijn behoorlijk blind voor wat die anderen dan beleven. Die zijn niet primitief, onderontwikkeld, ze zijn vooral nog niet in de westerse sfeer/bubbel en doen hun ding, zoals ze dat al altijd deden. Het idee, dat op den duur de Chinezen ook quasi-westers worden en dan in een soort reciproke beweging ons gaan overheersen in economische zin, is goeddeels projectie. China zal - en heeft daar een lange historie in - een eigen model ontwikkelen en dat ongetwijfeld uitventen. Dat hebben ze altijd gedaan. Chinezen hebben zich, zeker in Azië, overal gevestigd, integreren niet veel, maar zijn ijverig, handig en hun andersoortige onderlinge cohesie heeft ze in veel landen tot een herkenbare, welvarende, machtige en soms gehate minderheid gemaakt. 

 

Toen ik op Bali was, kwam de new iPad in de VS uit. Maar afgezien van de toeristen met een Apple-fetish was dat geen issue. Een Balinese/Bahasa versie is er nog lang niet. Ik  probeer in te schatten waar de volgende één miljard smartphones heen gaan (waar de industrie het over heeft). Nu is Bali relatief welvarend dankzij het toerisme (2,6 miljoen toeristen per jaar op 4 miljoen Balinezen) en heeft iedereen die iets met toerisme te maken heeft een mobiele telefoon. Je ziet echter veel minder dat iedereen overal en altijd zit te toetsen, zoals in Amsterdam. Er is, voor de toeristen, veel gratis wifi, maar de lokalo’s maken daar veel minder gebruik van. Dat heeft ook te maken met de hele economie hier, mooie spullen hebben is één ding, geld om er iets mee te doen een tweede. Mensen in de toeristenindustrie werken voor 70 tot 100 dollar per maand, maar geven daar dan 45 tot 55 dollar van uit aan hun scooter (1,5% rente/maand, 48 maanden, inflatie tot 10%) plus zo’n 10 dollar voor benzine (gesubsidieerd) en wat voor hun mobieltje. De rest is voor eten en kleren, iedereen woont in het ouderlijk huis met de hele familie, dat kost niks en er groeit van alles om te eten, oma, oom of neef heeft wel een rijstveldje. Sparen gaat op aan de kosten van het trouwfeest (500 gasten, 5000 dollar) en rituelen die hier enorm belangrijk zijn. Veel geld voor een dik data-abonnement is er niet. Er worden smartphones verkocht. Samsung is duidelijk marktleider met 42%, Apple en HTC ieder 28%.Bali is vrij uniek. Het toerisme is een basisindustrie en brengt zo’n 250 miljoen dollar per maand binnen (nog maar 60 dollar per kop). Het heeft een duidelijk andere en veel exotischer uitstraling dan bijvoorbeeld Java en een eigen cultuur die echter weinig creatief en eerder handvaardig is. Verandering is niet volkseigen. Het diep religieuze is eerder een ontsnapping aan een beperkte en verstikkende alledaagse realiteit van werk, familie en dorp. Het geritualiseerde is een fundament maar mist de geëngageerde focus van de Islam. Jezelf en de wereld in praktische zin verbeteren (wel uitgangspunt van de Islam en middels regels en voorschriften vastgelegd in de Koran) past niet bij die rustige en onveranderlijke Balinese aard, die voorkomend, vriendelijk, maar niet ondernemend is. Met de Islamitische minderheid (minder dan 5%) valt dan ook beter zaken te doen en zij voelen zich gesteund door het Javaanse Indonesische gezag, hetgeen de Balinees dan weer als bedreigend ervaart. De bommen en terroristische dreiging op Bali lijken anti-westers, maar zijn eerder een clash tussen een traditioneel onaf<->hankelijk en tole<->rant Hindu-Dharma Bali en het om<->ringende Moslim-<->eilandenrijk.

Bali verwestert wel, maar vrij langzaam. Er is op Bali dus een geleidelijke groei van mobiele data, computergebruik en cybereconomie te verwachten, maar geen quantum-jump; daar is gewoon geen geld voor. Alle (bank) geld zit in de scooters en de auto’s. Alleen buitenlanders en Javanen kopen en ontwikkelen vastgoed, maar de lokale banken geven niet makkelijk hypotheken. En terecht, nog even wat crisis of een bom en deze toeristische luchtballon klapt, ze schieten ook nog geregeld terroristen af.

Bali is mooi, zeer spiritueel voor wie dat zoekt en daar dik voor betaalt, maar de Australiërs komen vooral vanwege het goedkopere bier, surf en zon hebben ze zelf wel. Europeanen komen overwinteren of even de Aziësfeer proeven, maar erg goedkoop is Bali nu ook weer niet. Met name de blanke en de Chinese ondernemers draaien je meer dan een poot uit, prijzen kleren en sieraden tot tien keer de waarde. Opdringerige commercie maakt zeker de strandgebieden steeds vlakker. Het is vooral een winkel-vreet-flaneerdrukte. Corruptie is als vanouds, voor alles moet betaald worden en het gevaar loert dat de toeristen en zeker de overwinteraars dat zat wor<->den, als de westerse economie ver<->der afzakt.

Wie denkt hier nog leuk desktop pc’s te slijten, helaas, in de hotels staan ouwe bakken en computerzaken verkopen vooral tablets, laptops en smartphones, ook hier is de aloude dealer op z’n retour. Illegale dvd’s en software zijn standaard, maar dat is voor de toeristen, de lokalo’s kijken naar vreselijke televisie of gokken bij illegale hanengevechten (de dorpsagent krijgt wat toegestopt) en hun vrouwen besteden een groot deel van hun tijd aan offeren, want er zijn meer heiligdommen en kleine en grote tempels en altaartjes dan mensen op Bali. Wat me ook opviel is dat alles nieuw en schoon moet zijn. Na vier jaar afbetalen van de scooter of de auto wordt direct een nieuwe gekocht.

Zaken doen

Als ondernemer heb ik toch de neiging eens te kijken of in die verre landen mijn euro’s niet wat harder kunnen werken dan die paar procentjes die ik hier vang (en deels weer afdraag). Maar afgezien van toeristische investeringen waar je dan wel bij moet gaan zitten, zag ik niet veel. Inflatie is een blijvend probleem, juridische en belastingzekerheid is er in de Emiraten wel, maar elders in Azië nauwelijks. Ik vrees dat mijn verkenningstocht in dat opzicht weinig opleverde. De mooie verhalen van de handige jongens die tien, vijftien jaar geleden via directe contacten met Aziatische fabrikanten en OEM-leveranciers zo leuk binnenliepen, zijn achterhaald. Tenzij je een taxivloot van een paar honderd units in Denpasar wilt runnen of diepzeeduikboten bij Flores wil exploiteren, is er weinig te beleven, zeker niet voor de ICT-er. Hoogstens kun je als pensionado-ICT-er wat onderwijs en training opzetten, daar is wel behoefte aan, maar dat is hoogstens een AOW-<->aanvulling. Uitgekiende en volwassen systemen zoals voor restaurants en basisdiensten zijn zeker te slijten, maar er blijft de taalbarrière en je storten in de omkoopellende door te gaan concurreren met de SAP’s en CA’s van deze wereld is vragen om ellende. Vroeg of laat ga je voor de bijl en een paar maandjes zitten daar kan ik niemand aanraden.

L. Sala april 2012

meer over Bali:

www.lucsala.nl.bali2012.pdf