Wat moeten we met de Electronic Superhighway

door L.S.
In dit Internet-boek vindt u een verzameling achtergronden en meningen voor en tegen over het nieuwste informatica-fenomeen, de digitale snelweg. Meer vragen dan antwoorden, maar we gaan de discussie aan! Wat gaat zo'n nieuwe telecommunicatie-structuur, met meer maatschappelijke en juridische implicaties dan technische problemen, nu eigenlijk betekenen? Is er wel vraag naar zoiets of krijgen we het opgedrongen door mediabedrijven, telecomgiganten en de technology-push van het bedrijfsleven? Is de beursgang van de PTT (KPN) met een digitale snelweg in het vooruitzicht niet onverantwoord?

De Digitale Snelweg of `INFO-BAHN'

De nieuwste kreet waarmee bedrijfsleven en politiek zich willen profileren is de `electronic superhighway', de `data highway' of een soortgelijke aanduiding met vooral veel data, digital, cyber en andere modewoorden. De nieuwe en alweer grote sprong voorwaarts op het gebied van de telecommunicatie is een kapstok waaraan iedereen zijn visie of quasi-profetische technobabbelarij mag ophangen, iets wereldomspannends, supersnels, een economische wonderolie en ecologisch panacea, een project dat nu al doet denken aan een mengsel van Club van Rome, Man on the Moon en de Holocaust.
Wat het allemaal precies betekent en of hier werkelijk sprake is van een doorbraak is nog onduidelijk. In ieder geval houdt het de gemoederen en vooral de media bezig en is het zelfs een item geworden in de politiek (niet bij ons, hier praten we alleen over corrupte politici en ambtenaren en hoe we de `Untermenschen' kwijt kunnen raken).

Vrijwel iedereen mag er iets over zeggen, zolang het maar past in de vooruitgangsgedachte en het gevoel aanwakkert dat we echt niet meer zonder kunnen.
Tegen zijn mag niet, want de vooruitgang is toch gebaat bij zo'n nieuw en gedurfd plan, waar iedereen beter van wordt! Ik waag dat te betwijfelen en beschouw mezelf toch niet als een neo-luddiet - De Luddieten waren een Engelse sekte die tegen iedere machine was - maar in ieder geval levert de `data-spoorweg' stof voor een stevige discussie.
Onder de electronische snelweg of het wat juistere `Data Snelweg' worden voor het gemak twee begrippen bij elkaar genomen, die eigenlijk niet zoveel met elkaar van doen hebben.
Ten eerste praat men over de `technische' data snelweg, in principe een net van verbindingen (kabels, straalzenders of satellietlinks).
Dan is er ten tweede het idee van een `door-to-door'electronische high-speed verbinding, waarover nieuwe diensten worden aangeboden. Dat zou een integratie van bestaande kabel en telefoonnetten kunnen zijn met allerlei nieuwe diensten, maar ook zouden de kabelnetten telefonie en datacommunicatie kunnen gaan aanbieden of de telefoonmaatschappijen gecomprimeerde videobeelden over de telefoon of het datanet (ISDN of nog iets snellers) kunnen gaan versturen.
Alles bij elkaar is het hele beeld niet erg duidelijk, waar praten we eigenlijk over, over een stukje bekabeling, over de beheersstructuur van bestaande kabelsystemen of gaat het om een hele nieuwe generatie diensten en verbindingen naar de consument toe?
Er wordt wat afgebruld, maar in feiteliggen er al heel wat digitale snelweg kabels en is het meer een politieke kwestie dan een technische.

HYPE

Er is een enorm gedoe rond de electronic superhighway. Vooral in de VS ziet men het als een nieuwe injectie van de economie, wijst op de economische functie van de informatica, de besparingen op allerlei gebied, maar is er het gevaar dat men de altijd vrij strikte anti-monopoliewetgeving en mediawetten (FCC) wat losser maakt om dit nieuwe supernetwerk maar snel van de grond te krijgen. De vraag is namelijk of er wel zo'n behoefte aan is en of we al die hype vanuit kringen die er duidelijk een belang bij hebben wel moeten geloven.
Herinnert u zich de opwinding in het begin van de jaren tachtig rond Viditel, een paar jaar later zou de Home-automation toeslaan en er zijn nog steeds mensen die geloven dat Virtual Reality ons op korte termijn naar de digitale hemel zal voeren.
De craze van dit jaar is dus de digitale snelweg, waar vooral in Amerika een soort cult over is ontstaan. Men struikelt over elkaar om maar vooraan te staan en zich te profileren als profeet van deze technologie. Het gaat verder dan woorden, de kabel-TV, telefoon en mediagiganten zijn al in een fusiekoorts geraakt om vooral maar deel te hebben aan de nieuwe infrastructuur, getuige de al dan niet geslaagde mega-mergers van o.m. Pacific Bell, Viacom, paramount, QVC en AT&T's pogingen om Europese partners te vinden.

Oud Verhaal

Supersnelle en breedbandige digitale communicatie is op zich niets nieuws. In Duitsland werken ze al jaren aan BigPhon en in Japan is de ISN-gedachte (integrated services netwerk) al meer dan 15 jaar oud. Het ISDN is ook al bijna een decade oud, al zouden we van het zeer traag op gang komen ervan misschien iets kunnen leren over de realisatie van grootschalige nieuwe telecommunicatie-structuren. Het ISDN blijkt beprkt bruikbaar voor het bedrijfsleven, de gewone burger is er nog niet aan toe.
We hebben de mooie verhalen allemaal al eens gehoord (en toegegeven, ook zelf gefabriceerd), toen het ISDN er, ook in ons land, even moest worden doorgedrukt om een nieuwe en achteraf vrij onzinnige investeringsgolf van de PTT's te rechtvaardigen. Het ISDN is er min of meer gekomen, maar de gebruikers blijven weg, ook al omdat je er behalve wat sneller met data schuiven niet zoveel mee kunt. De opzet van het ISDN was met 64 Kpbs ook niet meer dan een theoretisch equivalente digitale versie van de voor telefonie beschikbare 3 kiloHertz bandbreedte te maken. Dat men er nu beeldtelefonie en zo over wil doen kan alleen doordat de compressietechnieken zo zijn verbeterd, maar je kunt ook al 14K4 en meer via de telefoon, dus wat heb je er eigenlijk aan als gewone gebruiker. Het bedrijfsleven wil best wat meer transmissiesnelheid, maar daarvoor is geen door-to-door ISDN nodig, waarvoor de PTT de burger wel heeft laten betalen! Een staaltje volksverlakkerij waar de politiek niet doorheen geprikt heeft, maar dat wil nog niet zeggen dat we nu de volgende stap ook maar moeten pikken!

Snelweg of spoorweg

In het taalgebruik rond de highway sluipen er allerlei vaagheden binnen. Men interpreteert een kreet als digital highway op een bepaalde manier, maar verliest snel het perspectief. Wat dat betreft is een aanduiding als data-railway een veel betere (Brown in Wired wees op die analogie). Want het gaat helemaal niet, tenminste niet in de visie die nu prevaleert in de VS, om een vrij toegankelijke snelweg die door de staat of een of andere onafhankelijke instantie wordt opgezet en onderhouden. Het gaat veel eerder om een netwerk van spoorlijnen, beheerst door priv‚ investeerders en bedrijven, die van punt naar punt lopen, wel aan elkaar gekoppeld zijn, maar waar het beheer duidelijk in handen is van een commerci‰le organisatie, die bepaalt wat er overheen mag. Dat leidt hoogstwaarschijnlijk tot dezelfde verwarde en uiteindelijk niet-productieve situatie als bij de spoorwegen in de VS. In Europa heeft de overheid veel meer invloed gehad op de ontwikkeling van de spoorwegen en hebben die hun rol in het massavervoer en als alternatief voor de auto behouden.
Verder verwart men steeds het begrip data en informatie. Data zijn de bit en bytes die over een lijn gaan, het wordt pas informatie als iemand er iets mee doet. Wanneer je 500 kabelkanalen over een verbinding leidt betekent dat nog niet dat ook maar iemand daar iets mee doet. Het merendeel van het dataverkeer bevat nauwelijks informatie en dat zal alleen maar slechter worden naarmate we meer gaan doen. In de VS wordt je al ziek van al die kanalen met home shopping en QVC en eindeloze B- films.

Wat zijn de kernvragen?

Laten we eens kijken naar de kernvragen rond de digitale highway. Dat is niet wat het gaat kosten of opbrengen, want de schattingen daarover zijn onzinnig zolang we niet weten wat er overheen moet. Om in politieke termen te spreken, we hebben het over een Betuwelijn waarvan we niet eens weten wat voor treinen er overheen gaan, of we misschien duwboten op die trein gaan zetten of treinen op duwboten of misschien de hele zaak toch maar via de lucht gaan transporteren. De techniek heeft zoveel alternatieven, dat bijvoorbeeld de realisatie van Bill Gates' plannen voor een fijnmazig satellietnet alle investeringen in grondkabels in ‚‚n keer overbodig kan maken!
Veel belangrijker is hoe we het gaan organiseren. Dan rijzen er moeilijke vragen op; komt de in veel opzichten zeker essenti‰le en strategisch belangrijke snelle dataverkeer in handen van vrije ondernemingen, komt er een soort monopolie, een Europese PTT of mag iedereen zelf wat bouwen of in een geostationaire baan hangen, mag er van alles overheen, hoe zit het met de bestaande mediastructuur, moet je het voorbehouden aan legale bewoners en degenen zonder greencard, creditcard of identiteitsbewijs er vanaf houden, etc. etc.?
Als we twee kernvragen er uit pikken, dan is vooral van belang:
  • Wordt het een dienst voor bedrijven of gaan (op termijn) ook particulieren meedoen en is het dan voor iedereen (equal access)?
  • Wordt het een door-to-door service van een enkele aanbieder die zowel transmissie als content beheert of krijgen we de `free access' structuur zoals de telefonie met voor tegen kostprijs plus toegang voor iedere aanbieder van diensten of/en content?
    De eerste vraag heeft duidelijk te maken met de planning en investeringen. Een kabeltje tussen Amsterdam en Rotterdamse grote bedrijven en universiteiten is zo gelegd of doorgeknoopt, maar wanneer je ook de laatste keuterboer op Vlieland recht wil geven op toegang (`access') tot de digitale hemel van de `have's' dan is er wat meer nodig. Bij het ISDN ging men er eerst van uit dat iedereen er aan moest, maar dat bleek een sprookje dat weggeschoven is naar een volgende eeuw.
    De tweede vraag is de beheerskwestie en omdat de belangen zo enorm verstrengeld zijn is dat vooral een politieke vraag. Willen we een superbaas over het net, die bepaalt wat er op komt en dat allemaal zelf aanbiedt. Of moeten we juist in de oude opvatting van scheiding van beheer/transmissie en content een soort PTT gaan opzetten die zorgt voor de techniek, de beschikbaarheid en verder niets te zeggen heeft over de dienstverleing en de content? Technisch gezien kun je alles, maar wie mag zeggen wat er echt komt en laat je dat over aan de industrie, aan de huidige machthebbers (omroep, PTT, kabelexploitanten, content-bezitters) of gooi je het helemaal open in een soort Internet-achtige opzet. Dat laatste lijkt aantrekkelijk en biedt meer bescherming tegen de gevaren van een Big Brother cultuur zoals die met identificatieplicht, gereguleerde encryptie, inkijkoperaties en door de overheid georganiseerde misdaad en geregisseerde vreemdelingenhaat al aardig aan het doorbreken is. Aan de andere kant, the mess is niet de message, moeten we hopen. Met enig gezond verstand moet er toch wat geregeld kunnen worden, maar daarbij zou ik het aloude model van een overheidsdienst zeker niet willen uitsluiten. Voor zo iets nieuws met zoveel gevaren ‚n mogelijkheden voor cultuur, democratie, media-vrijheid, corruptie, machtsvorming en noem maar op zou om te beginnen een goed gecontroleerde `publieke' organisatie helemaal niet zo gek zijn. Dan kun je altijd nog zien of je het na een jaar of tien wat opener maakt.

    Supporters

    Er zijn maar weinig uitgesproken tegenstanders te vinden van de digitale highway. Ik ben er zelf ook niet echt tegen, ten eerste hou je het niet tegen en ten tweede zit er aan iedere ontwikkeling twee kanten. Wel ben ik erg bezorgd over de manier waarop het allemaal wordt gebracht door de voorstanders, die blind zijn voor wat er allemaal mee samenhangt.
    De promotors kun je ruwweg indelen in drie groepen, namelijk de `suits', de `boots' en `hypers'.
    De hypers zijn degenen die door de technologie zijn gebiologeerd of die hun rol als visionair in stand houden door steeds meer techniek in hun babbels te doen (Gates, Sculley, Wintzen, Dekker).
    De suits zijn de zakenmensen die er geld aan denken te verdienen, de m&a (merger&acquistions) bankiers en financiers, die gewoon meedoen voor de peon en de macht.
    De boots zijn de politici, de law&order fanaten die denken hiermee de maatschappij weer in de poten te kunnen krijgen, de postmoderne yuppen die de cyberspace willen monopoliseren, de militairen die nu al hun stellingen voor de Koude Data-oorlog betrekken en bijvoorbeeld bij voorbaat de burger de encryptie- wapens uit de handen willen slaan, de thought-police van de Brave New World.
    Dat er in het gevolg van deze drie groepen nog allerlei gelovigen zijn die bijvoorbeeld de ecologie (minder reizen, vervuiling etc.) in het oog houden is prima, maar het doel heiligt in dit geval niet altijd de middelen.

    De politieke hype

    Afgezien van de feitelijke technische en organisatorische aspekten hebben vooral de politici en de smaakmakers uit het bedrijfsleven zich nu meester gemaakt van het hele idee. Niet allemaal met even goede motieven, het eigenbelang klinkt af en toe zwaar door. Het gepraat over de datahighway wordt gebruikt als deel van de oplevingsgedachte na de toch zware recessie waar we nu uitklauteren, maar dat gebeurt met een heel nare nationalistische en misschien ook wel racistische ondertoon. Met racistisch bedoel ik hier meer de scheiding in onze maatschappij tussen de digitaal geletterden en de minkukels die geen toegang hebben tot al dat moois, in de praktijk de armen, gekleurden, illegalen, allochtonen, het soort mensen dat men in Den Haag het liefst in kampen schijnt te willen zien. Gebruikers van datacommunicatie vormen de huidige en toekomstige toplaag van de bevolking en die zien nu even kans om hun soort ook op termijn afgescheiden te houden van die anderen, die dan maar zonder beeldtelefoon en worldwide access moeten leven. Is het dan vreemd dat de yuppen in de VS helemaal achter Gore en Clinton staan en de electronic highway toejuichen? Met alle respect voor de verworvenheden van de techniek, maar het gevaar dat we mensen steeds meer als nummers en data gaan behandelen is levensgroot. Dan hoef je geen Marx te zijn om te voorspellen dat er een tegenbeweging op gang zal komen (de hackers?) die hun recht in eigen hand gaan nemen.
    De meeste hype komt uit de VS en misschien komt dat omdat in die `hunter-society' toch altijd behoefte is aan een soort oorlog, aan een soort grote strijd tegen een echte of imaginaire vijand. De Russen zijn er niet meer, op de maan zijn we al geweest, dan maar weer eens de economische strijd tegen de vroegere partners oprakelen en wat is dan eenvoudiger dan wijzen op een dreigende achterstand op mediagebied. De argumenten zijn mijns inziens niet juist, maar ze liggen voor de hand. In Amerika liep men wat betreft ISDN altijd wat achter en nu is de digitale highway een soort noodsprong om in ‚‚n keer weer voorop te gaan lopen. Omdat in de techniek de wet van de remmende voorsprong nog altijd opgaat, zit Europa binnenkort dan wel met een ISDN-netwerk, maar beperkt dat weer onze kansen om nu snel een antwoord te vinden op deze nieuwe Koude Data-Oorlog.
    Clinton & Hillary hebben hun eigen hype-spelletje rond de gezondheidsplannen, maar vice-president Al Gore is de man van de Digital Highway en is daarmee razend populair. Zelfs in aanleg kritische organisaties als de EFF van John Barlow en Mitch Kapor gaan nu toch mee in de campagne, ze ruilen hun onafhankelijke positie in voor een klein beetje inspraak in de nieuwe infrastructuur.
    Gore maakt het wel mooi en praat over eerlijke concurrentie en toegankelijkheid voor alle consumenten, maar om dat te bereiken moet de wetgeving wel worden aangepast, de zeggenschap van de FCC beperkt en met name de regels rond overlappende kartelvorming in de media worden aangepast. Ruim baan voor de mega-conglomeraten en het grote geld, daar lijkt het op. Dat is nog typisch yup-denken en past ook wel bij het image van de Gore-Clinton regering. Maar dat toelaten van mega-bedrijven als beheerders en eigenaars van de nieuwe netwerken is natuurlijk zeer gevaarlijk en men geeft bijna een eeuw anti-trust politiek min of meer prijs; de vooruitgang mag niet gestopt worden.

    Maar wie heeft er dan wat aan?

    Wie niet aan het woord komt is de gebruiker, want die is er nog niet. De electronische of digitale highway is er natuurlijk al, de kabels liggen ook in ons dichtbekabelde land al voor een groot deel in de grond. De centrales van de PTT zijn al ingericht op ISDN en ander dataverkeer, het zijn voornamelijk de commerci‰le en maatschappelijke structuren die ontbreken, om nog maar niet te spreken van een gebrek aan vraag. Want dat wordt aan alle kanten vergeten, is er wel behoefte aan nog meer, nog sneller en nog meer data ten koste van de echte informatie-inhoud.
    De Highway of Hype (Wall Street Journal) roepen de tegenstanders van dit soort plannen en wijzen op het steeds maar weer tegenvallen van grootschalige experimenten met kooplijnen, electronic mail diensten, beeldtelevisie en multimedia systemen. Commodore en Tandy blunderden met huiskamer-informatie-kastjes met CD als drager, Philips blijft roepen dat CD-I de toekomst heeft, maar kan nog niet wijzen op doorslaande verkoopsuccessen. Is er wel behoefte aan nog meer en beter?
    CD-ROM voor de spelletjesmarkt en Internet bij de e-mail diensten zijn voorbeelden van applicaties waar wel een duidelijke groei in zit, maar wie heeft de echte cijfers van niet alleen initi‰le aankoop, maar echt gebruik op de langere termijn? Zoals aanbieders van CD-ROM's heel goed beseffen, op dit moment kun je alles wat glimt verkopen, maar blijft men het ook echt gebruiken?
    Men wil wel graag, praat vooral in de VS steeds meer over integratie van televisie en telefoon en je leest steeds over nieuwe projecten, testmarkten en de bedrijven tonen mooie mock-ups van `Set-top boxen'. We gaan toe naar ‚‚n enkel apparaat dat zowel voor computer en televisie en telefoon de zaak regelt, maar is dat nu echt het antwoord. 500 netten op het scherm, kiestelevisie, shopping-netten voor alles en nog wat, interactief dit en dat, maar is daar wel vraag naar. In de VS wijst men dan op de successen met shopping channels zoals QVC, maar vergeet dat de klanten daarvan vroeger via papieren catalogi kochten en dat altijd maar een beperkt deel van het publiek er voor valt. Voor de meeste nieuwe media geldt dat er vaak wel initieel gebruikers te vinden zijn, maar dat die pioniers ook weer net zo snel de volgende mode volgen en hun oude liefde verlaten.

    Wat kun je met zo'n digitale higway nu eigenlijk?
    De banken, grote bedrijven en universiteiten weten er wel raad mee, sommige data-intensieve thuiswerkers misschien ook, maar de gewone burger? Nog meer televisie (maar die films kun je ook en goedkoper van een CD-plaatje plukken) of juist beeldtelefoon. In alle verhalen komt men steeds weer met dat soort voorbeelden aan, wijst op de beperktheid van de huidige e-mail en wil er meer plaatjes en zo bij. Maar het faxen van kranten en zo kan best wel met de huidge telefonie-infrastructuur of op een extra kabelkanaal, daar is nog wel transmissieruimte.
    Dat is wat steeds weer blijkt, wanneer men met een nieuwe behoefte op de proppen komt waarvoor die extra bandbreedte essentieel is (Bandbreedte heeft iets te maken met de capaciteit van een medium) dan vinden slimme ieden binnen de korste keren weer iets uit waardoor je het ook over bestaande media kunt doen. Er kan as compressed video over de telefoon, dus waarom is er ander net nodig? Door de `broadcast' of allocutie-capaciteit van de kabelnetten te combineren met de interactiviteit van telefonie, e-mail of desnoods X-25 of ISDN kun je waarschijnlijk 95% van de nu voorziene toepassingen van de data-highway afdekkken.

    Maar de ruimte voor nieuwe creatieve toepassingen dan?

    De voorstanders van de highway roepen dan om het hardst dat we helemaal niet weten wat je er allemaal nog meer mee kunt. We mogen de ontwikkeling niet blokkeren, want hoe kun je nu weten wat voor behoeftes er komen, als we de mogelijkheden eenmaal hebben. Er zullen slimme zakenlieden en ontwikkelaars komen met nieuwe diensten, waar we nog nooit van gehoord hebben, oplossingen voor problemen die we nog niet kennen, het positivistische denken kan wat dat betreft niet op. Dat we ooit dachten dat er grenzen aan de groei waren, dat genoeg ook genoeg is, dat geldt voor kerncentrales en medische voorzieningen, voor de sociale zekerheid, maar niet voor de datahighway. Men wijst op de enorme voordelen voor het milieu, bedrijven zouden kunnen besparen op reiskosten, maar dat wordt nooit onderbouwd met gedegen studies. In de praktijk blijkt tele-vergaderen en beeldtelefoon tegen te vallen. De studies die wel bekend zijn zoals onderzoek van HP naar de effectiviteit van electronisch vergaderen ten opzichte van face-to-face zijn heel duidelijk: je kunt veel beter communiceren wanneer je de ander tegenover je hebt zitten. Beeldtelefonie is er al meer dan een decade en grote successen zijn er nog niet geweest. Ook bedrijven weten echt wel dat je met alle e-mail, faxen en telefonie elkaar af en toe echt moet ontmoeten wil je blijven communiceren, juist op het creatieve vlak.
    Wie denkt aan telewerken zou ook daar besparingen kunnen zien, maar reist men echt minder of verschuiven de verplaatsingspatronen alleen maar, gaat men dan in het weekend meer naar de stad? De gevolgen van telewerken op de structuur van bedrijven, op de echte productiviteit en winstgevendheid van bedrijven, op de ruimtelijke ordening en de dichotomie tussen have's en have-not's is nog niet duidelijk. Gaan we op die manier niet toe naar elitaire woon-wijken en mag het klootjesvolk in hun ghetto's kreperen?
    Het zit er eerder in dat met de highway veel banen verloren zullen gaan, dat de automatisering verder zal oprukken en met name gewoon, ongeschoold werk nog meer zal verdwijnen. We hebben dan misschien zuiverder lucht, maar gaan elkaar weer te lijf in nieuwe tribal wars omdat we de schuld toch ergens buiten onszelf moeten leggen!

    Rol van de media

    De media zijn in onze informatie-maatschappij duidelijk tot spelbepalers uitgegroeid. Dat CNN na de Golfoorlog tot een soort NOS-journaal op wereldschaal werd en Berlusconi in Itali‰ zijn media-macht ook politiek gebruikte maakt duidelijk dat we wel erg afhankelijk zijn geworden van de televisie.
    De achtergrond van veel commotie rond de digitale snelweg is dat er mega-bedrijven de totale macht over zo'n snelweg kunnen krijgen en gaan bepalen wat we kunnen zien, horen, lezen en versturen. Daar dreigen nieuwe monopolies die zowel transport als content omvatten. Voorstanders dan de snelweg zeggen dan dat er waarschijnlijk meerdere parallel-snelwegen zullen komen, zodat de consument toch weer keus heeft en er concurrentie is tussen de `snelweg-zuilen'.

    Is er hoop?

    Natuurlijk is dat idee van een digitale snelweg niet helemaal onzinnig. Het zit erin, dat zoiets er vroeg of laat moet komen, maar dan zou het goed zijn wanneer de belangrijke vragen rond zeggenschap, toegang, privacy, economische gevolgen, demografische gevolgen en wat er allemaal nog meer bij komt kijken in een veel breder kader worden geplaatst. Het gaat niet aan deze zaak demagogisch als een wondermiddel voor maatschappelijke problemen en dan ook nog als een soort economische koude oorlog tegenover andere industrielanden er even doorheen te drukken. Jammer voor de technici die dan nog niet aan de gang kunnen, maar nu grootschalig digitale snelwegen bouwen is volgens mij onverantwoord.

    P.S.
    Ik begrijp dat mijn stellingname niet door iedereen gedeeld zal worden, maar we plaatsen graag uw bijdragen over dit onderwerp (sala@knoware op het Internet). Want voorlopig is discussie op papier nog het medium waarin we geloven. (En dat mag best via Sala@Knoware worden verzonden.) We gaan ook een boek over dit onderwerp maken, heeft u dus iets te zeggen neem dan snel contact op.

    Alternatieven

    Zitten we nu echt aan zo'n datahighway vast of zijn er alternatieven?

    Zeker op communicatiegebied zijn er vrijwel altijd altijd alternatieven te bedenken, zeker wanneer we ook durven kijken naar de fundamentele behoeftes waar het om draait. De televisie kan de krant vervangen, maar ook omgekeerd, de radio de CD- speler, maar we kunnen ook weer zelf gaan zingen! Op het gebied van de interactieve media kan morgen iemand een neiuwe veiligheidsspeld uitvinden, maar laten we eens kijken naar hoe we de datahighway kunnen omzeilen.

    In de eerste plaats wordt er dus serieus gewerkt aan satellietnetwerken, die iedere vorm van bekabeling overbodig maken. Door een fijnmazig net van satellieten rond de aarde te stationeren is het mogelijk om iedere plaats op aarde te bereiken. Mits die satellieten dan meer kunnen dan het puur terugkaatsen van opgestraalde datastromen - dat is de huidige situatie - kun je met relatief eenvoudige zender/ontvangers het ideaal van mobiele communicatie realiseren. Dat kost wel een hoop geld, de plannen van Gates/McCaw gaan uit van vele honderden satellieten, maar men omzeilt er de aanleg van aardse netten en een deel van de wettelijke problemen mee. Het kan letterlijk een bovenaardse dienst worden, alleen voor de afrekening is er ergens een instantie nodig, maar daar is vast wel een (ei)land voor te vinden. Technisch haalbaar, alleen is de storingsgevoeligheid door slecht weer een nare factor, die het voor een aantal toepassingen onacceptabel is.

    Wanneer we kijken naar wat men eigenlijk verwacht aan interactief gebruik van de datahighway door de consument en incalculeert dat bijvoorbeeld beeldtelefonie om psychologische redenen nog ver weg is, dan blijkt het voornamelijk te gaan om de `allocutie', het verspreiden van video, plaatjes en tekst. Binnen die groep is erg veel materiaal geen real-time en nieuw gemaakt spul, maar gaat het om bestaande films, herhalingen van programma's, kortom `content' die niet vers is. Nu zou er een heel andere structuur kunenn worden opgezet voor het - desnoods gecodeerd - verspreiden van dat materiaal op media zoals CD-ROM en het dan toegankelijk maken door met een simpel telefoontje of e-mail bericht dat te ontsluiten. Nu al kan (met CD-I) op ‚‚n CD-ROM van een paar gulden produktiekosten een hele speelfilm staan en in de toekomst kunnen we daar vast nog wel een keer of tien meer op zetten. Met een beperkt aantal - milieuvriendelijke en compacte - schijfjes kan vrijwel iedereen dus een bibliotheek thuisgestuurd krijgen met bijvoorbeeld alle films, boeken, muziek etc. die men maar wil zien of horen. In massaproduktie zouden die paar duizend CD's veel minder kosten dan de aanleg van de datahighway en je kunt net als nu met de post de zaak geregeld updaten. Betaling kan, maar hoeft niet voor public domain spul en voor `hot' nieuws en de nieuwste speelfilms is er altijd nog wel wat TV-tijd in het huidige bestel te vinden. Hierbij valt me op, dat met die hele zogenaamde informatie-explosie de techniek er wel steeds voor zorgt dat de omvang van alle menselijke kennis qua fysieke opslag gelijk blijft of afneemt. In de 17e en 18e eeuw stopte men bij wijze van spreken alles in een flinke rij encyclopedi‰en, in de vroege middeleeuwen in ţsumma'sţ, maar je zou nu met een hutkoffer CD- ROM's een heel eind komen. De opslagcapaciteit van een vel perkament met iets van 2 KB tekst is qua ruimtebeslag vergelijkbaar met een CD-tje met gecomprimeerd nu al 1,8 Gigabyte.
    Het denken in termen van dergelijke data-repositories is niet alleen beperkt tot films, maar ook bij interactieve toepassingen als Virtual Reality zou je ook kunnen volstaan met heel weinig dataverkeer, als je de parameters van elkaars werelden bijvoorbeeld goed vastlegt en alleen de significante data heen en weer stuurt. Er is al heel lang bekend dat de menselijke geest uiteindelijk maar iets van enige tientallen bits per seconde effectief opneemt. Helaas weten we nog niet goed welke bits uit de aangeboden overvloed dat zijn, maar dat onderstreept alleen maar dat de vooruitgang van de communicatietechniek meer gehinderd wordt door ons gebrekkig inzicht in de menselijke geest dan door technische hoogstandjes.

    Privacy

    Ook electronische vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vergaderen en communiceren moeten gewaarborgd worden!

    In de hele discussie rond de digitale snelweg speelt de privacy natuurlijk ook een rol. Privacy voor bedrijf of individu is altijd een afweging tussen de belangen van de betrokkenen en die van de samenleving, zoals voor veiligheid of tegengaan van misdaad. In Amerika is dat ook een discussie die nogal hevig is geworden met betrekking tot de plannen voor het beperken van versleuteling of codering (encryption), waarvoor de Amerikaanse regering een speciale chip `Clipper' wil gaan gebruiken. De codes daarvan zouden alleen aan de regering en de gebruiker bekend zijn, maar daar is nogal wat oppositie tegen. Men wijst dan op de diverse arresten en uitspraken van de US Supreme Court, zoals van rechter Brandeis die zei: `het recht om met rust gelaten te worden is het meestomvattende en meest gewaardeerde'. In de diverse amendementen op de USA grondwet is het recht op privacy erkend, zoals in het recht op vergadering in het 1ste amendement en het recht op vrijwaring van onredelijke doorzoeking `search and seizure' door de overheid.
    Ook in ons land is er een wetsvoorstel voor beperking van encryptie, maar de basis daarvan lijkt op praktische gronden onhoudbaar en dat is jammer omdat daarmee de fundamentele discussie over het recht op privacy in relatie tot de digitale highway niet van de grond komt. Het lijkt er op dat men min of meer slaafs de gedachten van de `grote goede Amerikaanse broeder' maar heeft overgenomen en dat typeert al enige decades het politieke denken op informatica-gebied hier.

    Digitale snelweg: Infrastructuur

    In grote trekken komt het erop neer, dat men een nieuwe infrastructuur wil bouwen voor digitale datacommunicatie en dat daarover niet alleen digitaal computerverkeer, maar ook gedigitaliseerde TV-signalen, beeldtelefoon en andere nieuwe breedband-diensten gaan. Wanneer we de telefonie en eerste digitale netten als de lokale verbindingswegen zien, dan moet de digitale highway vooral het snelverkeer gaan afhandelen. In die nieuwe infrastructuur speelt glasvezel, satellietcommunicatie en ATM een grote rol, maar veel belangrijker dan de fysieke transmissiemedia en protocollen zijn de organisatiestructuren, de manier waarop de toegang tot de highway wordt geregeld. Dat is voor een deel een politieke kwestie; wie mag die nieuwe infrastructuur gaan gebruiken, waarvoor en wat moet dat kosten. Wanneer we bedenken dat over zo'n netwerk technisch gezien zowel de omroep, kiestelevisie, beeldtelefonie, snelle datacommunicatie als de gewone telefonie kan lopen kan zich voorstellen dat zowel de televisie als de telefoonbedrijven zich hier druk over maken. In Amerika is zelfs een enorme fusiegolf ontstaan, waarbij telefoonbedrijven nu kabelexploitanten en filmstudio's overnemen en omgekeerd, en er nieuwe gigantische bedrijven komen die de highway willen gaan aanleggen en exploiteren.

    Data Superhighway: Highway to Hell

    De Info-Bahn van het techno-fascisme: the backbone van Big Brother


    De Europese Commissie en haar diverse departementen (met name XIII) is al jaren aan het evangeliseren, men ziet uitbreiding van de de infrastructuur als een essenti‰le voorwaarde om bij te blijven.
    Jacques Delors praat over honderden miljarden voor electronische snelwegen en ziet daar ook een grote stimulans voor de werkgelegenheid voor. Hij wil er iets van 330 miljard in stoppen en dat moet honderdduizenden banen scheppen. (volgens mij kost 1 baan dan iets van 1 miljoen, erg dure werkgelegenheid en waarschijnlijk kost het meer banen dan het oplevert). Er zijn adviescommissies in het leven geroepen, waarin een aantal grote bedrijven weer eens de kans krijgen hun stempel te drukken op wat er gaat gebeuren, eigenlijk een heel ongezonde situatie.

    Philips speelt in de `Europese' stemmingmakerij op dit gebied natuurlijk een belangrijke rol. Het bedrijf heeft nooit echt in de eerste rij gestaan wanneer het om grootschalige projecten als Viditel ging, maar as met name als leverancier van terminal- systemen en beeldbuizen altijd een belangrijke partner. Men kan de nodige spullen goed en goedkoop leveren en we zien Philips dan ook wel degelijk opduiken in deze markt, als toeleverancier en via de CD-technologie ook wel als systeemintegrator. Verder heeft het bedrijf al langer ingezien dat je de spullen wel degelijk bij de mensen moet brengen en dat je dus de distributie via videotheken en misschien CD-theken niet mag verwaarlozen.


    De rol van Gates

    In ieder tijdperk blijkt dat de rijkste mensen vaak ook het symbool zijn van de economische situatie. Gates gaat samen met Craig McCaw, die McCaw cellular aan AT&T verkocht voor 12,6 miljard dollar, nu fors investeren in een systeem met relatief kleine satelieten, die iedere plek op aarde kunnen bereiken. Dat zouden er iets van 840 moeten worden, die samen breedbandige digitale communicatie gaan bieden op een wereldomspannende schaal. Hun nieuwe bedrijf Teledesic zou dan diensten kunnen aanbieden zonder afhankelijk te zijn van de fysieke digitale snelwegen, die voorlopig niet iedereen en alles zullen kunnen bereiken.

    Gates heeft al via een andere prive-investering veel geld gestoken in de digitale beeldrechten van allerlei kunstwerken, overigens niet zonder dat er kritiek is gekomen omdat de musea die die rechten verkochten daar mogelijk helemaal geen recht op ahdden voor zover het gaat om kunstwerken waarvan de maker al mer dan 50 jaar dood is.

    Gates waarschuwde onlangs nog tegen de overdreven verwachtingen rond de electronic highway. Hij merkte op dat het niet de consumenten zullen zijn, maar het bedrijfsleven en de grote organisaties, die er iets mee kunnen. De economische basis voor breedbandig dataverkeer ligt bij banken, credit-card organisaties, uitgevers en de overheid.