De crisis en de grote transparantie

febr 2012

 

De Hyper-reality van onmiddelijke communicatie: wordt de crisis erdoor opgeblazen?

 

Zijn we met z’n allen slachtoffer van de internethype-kuil die een gesimuleerde virtualiteit meldt en in zekere zin oproept die niet ‘echt’ is of kloppen de cijfertjes en analyses allemaal wel en leven we in een failliete boedel, is de euro bijna kapot, de huizenmarkt onder water, Syrie echt in oorlog? In 1982 werden er in Syrië 25.000 mensen vermoord, dat viel toen nauwelijks op, vandaag de dag wordt ieder slachtoffer direct per internet gemeld. Het gaat allemaal supersnel, er is nauwelijks een vertraging in de berichtgeving en dus ook niet in de terugkoppellus. Dat laatste is gevaarlijk, want opslingering (oscillatie) is dan makkelijker en maakt het allemaal erger, zwaarder, dreigender, met steeds snellere reacties van beurzen, politici en emdia die vooral de waan van de dag versterken. 

We zitten volgens de media in een dubbele dip recessie, of misschien langzamerhand wel in een depressie, maar in hoeverre is dat een echte crisis? Natuurlijk, er worden mensen werkeloos, bedrijven sluiten en we merken dat er leegstand is, restaurants stiller zijn en kranten dunner, maar is dat ‘echt’ of krijgen we met z’n allen die crisis aangepraat?

We rijden nog steeds in auto’s, gaan op vakantie en van de armoede die we toch associëren met zo’n crisisbeeld merkt de gemiddelde burger in de praktijk nog niet veel, behalve dan te koop bordjes, lege bedrijfspanden en misschien wat meer zuinigheid in reizen en vakanties. De kranten staan vol met doemdenkerige verhalen, wen moeten langer doorwerken, onze pensioenen gaan zogenaamd in rook op en de bezuinigingsrondes vliegen je om de oren;  de economie en de crisis is het gespreksonderwerp aan de bar, op het strand en achter de gewichtige tafels van de talkshows. Zelfs waar de cijfers de trend tegenspreken doen we dat af als doorzichtige pogingen om de stemming erin te houden. We praten smalend over  statistieken die aantonen dat we het vergeleken met eerdere recessies nog helemaal niet zo slecht hebben.

De publiek opinie bepaalt onze ervaring van de werkelijkheid en zegt nu dat het slecht gaat, en nog slechter zal gaan, en zie, we beleven ook nog dat die profetie uitkomt, omdat we er met z’n allen in geloven.

In hoeverre is er sprake van een onwerkelijke crisis, een (HYPER-)realiteit die is aangezwengeld en in stand gehouden wordt met hele andere oogmerken dan de terugkeer van het groeimodel en de volledige werkgelegenheid. Dat de bankiers en veelverdieners zichzelf nog overmatig bedienen wordt opgevat als oplichterij, dat er misschien weer geld verdiend wordt haalt de media niet.

 

Wie zich enigermate bewust is van het nu wel heel snel afbreken van de rechtsstaat en de verzorgingsstaat ziet dat er heel wat meer aan de hand is dan een dubbele dip in de economie en wat meer bescherming tegen terrorisme. We glijden af naar een situatie waarin ‘de macht’ steeds machtiger wordt en ‘de burger’ letterlijk met lijf en goed (want waar bleef de habeas corpus, het principe van de lijfelijke onaantastbaarheid) ten dienste staat van het systeem en slechts als consument nog rechten heeft. Via automatische "profiling" (mede door mobiele telefonie, sociale networks en surfen geven we onze gegevens en privacy steeds meer weg) worden we gebrandmerkt als prooi voor de commercie of als potentieel terrorist of belastingontduiker,  Bijna wekelijks komen er nieuwe maatregelen en plannen naar buiten, die steeds meer doen denken aan de manier waarop zogenaamde totalitaire regimes uit de tijd van de Koude Oorlog opereerden. Nu zijn het de Amerikanen met OPTA, PIPA en ACTA en Google met de doorkoppeling van alle diensten naar één identiteit die dan het vermarkten van je profiel weer makkelijker maakt, maar het is een proces dat al jaren loopt. Meer comfort, meer veiligheid en de crisis, allemaal een mooi excuus voor een  einde aan het gedogen, weg met die dure illegalen en laten we het allemaal eens keurig regelen, ga maar weer slapen, jullie cyberslaven dan de eenentwintigste eeuw!

Ik wil niet zo ver gaan om te beweren dat de oogmerken van media-machtigen allemaal zo diabolisch zijn, ik vrees dat mensen als Obama, Brown, Rutte en Donner echt geloven het algemeen belang te dienen, maar ze doen dat wel met oogkleppen op. Misschien zijn ze gaan geloven in hun eigen illusie of zijn ze zelf het product van langdurige indoctrinatie, misschien is er een geheime en dwingende reden waarom het allemaal ‘moet’ (toch een komeet achter de zon of kernbommen in Tahiti of zwarte pest sporen in de tuin van Volkert vd G. of was Saddam of Bin Laden eigenlijk ET). 

 

Dat de waarheid geweld wordt aangedaan is geen nieuws. De Franse deconstructivistische filosoof/artiest Jean Baudrillard stelde in 1995 dat de eerste Golfoorlog nooit gebeurde en kreeg daarom veel kritiek, maar wilde vooral duidelijk maken, dat die Golfoorlog nog maar weinig te maken had met wat we normaal onder oorlog verstaan. De uitslag stond tenslotte vast, Baudrillard zag in dat het eerder een soort theaterstuk was, een media-event, geregisseerd met veel beelden van technische hoogstandjes en weinig bloed en ellende. Het was geen ‘echte’ oorlog, maar een simulatie van een oorlog. Dat wat met name het Amerikaanse publiek kreeg voorgeschoteld had weinig te maken met wat er echt gebeurde. Daarmee was er, in Baudrillard’s visie, geen oorlog, maar slechts een illusie, geen werkelijkheid maar iets wat hij hyper-reality noemde.

Baudrillard’s visie, dat we allen slachtoffer zijn van ‘cultural orgasm’ en ‘mass-media hype’ waarin wat we zien en geloven nauwelijks meer lijkt op wat er werkelijk gebeurt, is door de jongste oorlogen in Afghanistan en  de Irak-bezetting wel navrant onderstreept. De zogenaamde redenen om Irak aan te vallen blijken nergens op te slaan en mensen als Bush, Rumsfeld en Blair (en tassendrager Balkenende) moeten dat geweten hebben, onderminister van Defensie Wolfowitz gaf al toe dat het verhaal over Weapons of Mass Destruction een gelegenheidsargument was geweest. Het terrorisme is eerder toegenomen dan aangepakt. Wie nog gelooft dat men in Afghanistan en Irak alleen de bestrijding van terrorisme, het belang van de lokale bevolking en de democratie voor ogen had, moet wel heel erg en oliedom geloven in wat CNN en Fox ons voorspiegelde. In die zin is er ook enige twijfel aan wie de Arabische lente heeft  geinitieerd, kwamen de wapens in Libye niet van Al Queda?

 

De Irak-crisis werd duidelijk geregisseerd, maar mogen we niet dezelfde twijfel hebben over de economische crisis waar we nu zogenaamd inzitten? Zijn al die cijfertjes wel zo hard, al die voorspellingen en plannen wel zo doordacht, deed Paars het wel zo slecht en is onze concurrentiepositie wel zo aangetast? De leugens rond Vietnam, Panama, Colombia, Irak zijn ondertussen wel doorgeprikt, maar is de conclusie uit bijvoorbeeld de Bouwfraude enquête niet, dat de overheid nauwelijks grip heeft op wat het bedrijfsleven onderling even regelt. Betuwelijn, Ceres terminal, IJburg, geluidsoverlast Schiphol,  JSF, de politiek wordt constant bij de neus genomen en die cijfertjes van Planbureaus kloppen achteraf ook maar zelden. Dan kun je dus misschien wel stellen, dat die economische crisis misschien ook niet helemaal is wat het lijkt. Als we het nu eens ‘downsizing’ of ‘maatschappelijke herschikking’ of ‘new deal’ gaan noemen en de positieve aspecten gaan benadrukken, dan gaat het vast beter. Het blijkt nu al, dat werknemers duidelijk meer tevreden zijn nu het wat minder gaat, dat is al gewonnen. En lagere prijzen voor huizen, dat is ook geen slecht nieuws.

Het is allemaal een kwestie van communiceren en misschien is het tijd eens te kijken in hoeverre we de valkuilen van de huidige mediamanipulatue kunnen voorkomen.

De moderne communicatie-theorie is wel wat verder gekomen dan Claude Shannon’s procesmodel van zender-boodschap-ontvanger. Dat model heeft goed gewerkt voor de technische communicatie-toepassingen als telegraaf, telex, fax, telefoon en klassieke media als kranten, film en televisie, waar de ‘Westerse’ context min of meer standaard werd meegeleverd, maar met Internet en mobiele telefonie zien we de context-gevoeligheid toenemen. En context is waar het om draait, zoals Jacques Derrida in 1988 al stelde’ Er is niets buiten de (con)text’. De context is echter vrijwel altijd cultuur-specifiek en daarom is communicatie en betekenis cultuur-specifiek en is het nodig de cultuur te kennen om de boodschap te begrijpen. Moderne SMS-berichten zijn onbegrijpelijk als je het beeld en afkortingentaaltje niet kent, maar veranderen ook zo snel dat je bijna deel moet uitmaken van de specifieke subcultuur wil je er echt effectief mee communiceren.

Wat er de laatste jaren in onze kranten is geschreven over integratie, minderheden, de islam is misschien met de beste bedoelingen en zo afgewogen mogelijk opgeschreven, maar is juist door de betrokkenen opgevat als een aanval, als discriminatie, repressieve tolerantie en is feitelijk contraproductief geweest. De ontvanger van de boodschap begreep wat anders dan de zender bedoelde, omdat de context verschilde. Voor de autochtoon is ‘onze’ krant en ‘onze’ TV vaak de bevestiging van z’n vooroordelen, voor de allochtoon een nauwelijks verhulde aanval van het ‘witte’ kamp, ingebed in ‘witte’ commercials en met steeds maar weer bedreigende taal over ‘integreren’, inburgeren, normaliseren en dus impliciet een ‘jullie’ verhaal.

Een tweede ontwikkeling is dat er een duidelijker onderscheid groeit tussen data en informatie. Je kunt wel steeds meer boodschappen coderen en uitsturen of via het Internet toegankelijk maken, het werkt pas als de ontvanger ze ook decodeert en er iets mee doet. Wikileaks liet zien dat je uit stromen overheidsberichten nog heel andere dingen kunt halen dan de bedoeling was.

 In dit opzicht kan de overheid een boel leren, de stroom missives, mededelingen, aanslagen en andere stukken die bijvoorbeeld de kleine ondernemer teistert wordt helemaal niet gezien als hulp en ondersteuning, maar als lastig. Dergelijke communicatie kweekt voornamelijk vijandige gevoelens tegenover ambtenaren en het systeem. Alle berichten en regels rond WAO, Arbo, reïntegratie en werkgelegenheidsbevordering werken averechts, geen helder denkend ondernemer gaat nog mensen aannemen waar iets mee mis is, dan maar liever zwart of zelfs illegaal rommelen. Gemeentes en andere overheden zetten alles op websites en geloven daarmee ook effectief te communiceren, maar vergeten te checken of er ook de juiste mensen naar kijken en er iets mee doen. Er werd goudgeld uitgegeven om de ‘nieuwe medelanders’ naar de stembus te krijgen, maar de notie dat juist die groepen van huis uit leerden dat opvallen vermeden moet worden, dat ontging de politiek. Niet opvallen en niet de aandacht vestigen op onze numerieke macht, is het subtiele advies aan de andere kant van de streep.

Komt de boodschap wel aan, en welke onbedoelde maar heel krachtige meta-message komt er mee. Het krampachtig positivisme van de politiek in voorbije jaren, er was helemaal geen recessie en het zou snel weer beter gaan, werkte averechts omdat het vertrouwen werd aangetast, wie gelooft nu nog wat Balkenende, Blair, Bush of Berlusconi destijds zeiden. Zowel bedrijfsleven als overheid is verdacht geworden, hun boodschappen bijna lachwekkend. AH lette vooral niet op de kleintjes, de ambitie en overheidskoop tegen een veel te hoog bedrag van Fortis/ABN/Amro betekende ontslag voor duizenden en een regering die tegelijk de werkloosheid wil aanpakken en stimuleren dat men langer doorwerkt komt ook wat schizofreen over.

Mag ik dan twijfelen aan de steeds maar voortdurende  recessie, in ieder geval aan het beeld ervan dat ons door de zakkenvullers in de politiek, het advieswezen en de quasi-wetenschap wordt opgedrongen en aan de maatregelen die ons daar weer uit moeten trekken? Een suggestie zou kunnen zijn om die recessie te zien als een omslag, als een nieuwe transparantie en herijking van waarden en laten we dan maar hopen dat het krampachtig afrekenen, controleren en beveiligen van voorbijgaande aard zal blijken.

 

Luc Sala