Een hoofdstuk uit :
Een boek over RSI
Uitgave SC, Amsterdam,
distributie het Goede Boek, Huizen
Bestellingen rsi@mindlift.nl
www.mindlift.nl/rsi www.cans-rsi.nl
Rsi@mindlift.nl tel. 020-6388292
Hoofdstuk: zonder afbeeldingen
In het voorgaande gedeelte hebben we gesproken over de oorzaken van RSI (CANS) en wat daar aan te doen is. Dat kwam voornamelijk neer op het nemen van voorzorgsmaatregelen, al stapten we hier en daar wel over op wat je kunt doen bij beginnende klachten. Het voorkomen van RSI met alle middelen die mogelijk zijn is uiteraard het beste, maar uiteindelijk zullen het toch de mensen zijn die al een RSI-probleem hebben die serieus gaan kijken naar de curatieve mogelijkheden, oftewel naar behandeling en genezing.
Er zijn vele manieren om RSI te behandelen, en zeker voorbij de reguliere aanpak met geneesmiddelen en met fysiotherapie als meest bekende vorm, opent zich een heel woud van alternatieve behandelingen. Dat is verwarrend, want je raakt al snel verdwaald in het aanbod. Er zijn verschillende vormen van behandeling en therapiemogelijkheden met allemaal hun verdiensten. De vraag is: hoe kies je daartussen? Zijn de ervaringen van een collega of een familielid relevant, of moet iedereen het zelf maar opnieuw uitzoeken? De verwarring gaat veelal gepaard met leed, onmacht en teleurstellingen voor de patiënten in kwestie.
RSI wordt vaak behandeld op een manier die niks oplost. Dat komt mede doordat de oorzaak dan dieper ligt, men die niet direct kan vinden en dan maar tamelijk impulsief naar drastische methoden grijpt. Bijvoorbeeld naar chirurgische ingrepen die de pijn regelmatig niet weten op te heffen en het lichaamsdeel niet beter laten functioneren. Of er worden standaard ontstekingsremmende middelen voorgeschreven die toch echt niet voldoende effect hebben wanneer RSI voor een belangrijk deel ontstaan is door een slechte werkplek. Soms is er zelfs sprake van methodes die genezing eerder tegenwerken dan bevorderen, denk maar aan voorgeschreven oefeningen die de spieren niet versterken, maar juist extra letsel veroorzaken. Zoals het cirkels draaien met de polsen of het voortdurend knijpen in balletjes, wanneer er al sprake is van ontstekingen.
Eigenlijk is het jammer dat er voor een zo breed voorkomend verschijnsel geen brede aanpak is in de reguliere zorg. Een maatschappelijk probleem als RSI verdient een integrale benadering en vereist een brede uitwisseling tussen professionals onderling en tussen professionals en de ervaringsdeskundigen, de patiënten zelf. Soms kan het daarbij ook nodig zijn de bekende grenzen van de reguliere geneeskunde eens te overschrijden.
Laten we eerst maar eens schetsen hoe een min of meer normale ontwikkeling van RSI-klachten (CANS: Complaint Arm, Neck & Shoulder) en de behandeling ervan verloopt.
Iemand merkt tijdens het werk of ’s avonds dat er klachten ontstaan, zoals stijve polsen, trillende vingers en pijn in de rug of schouder. In de meeste gevallen worden die aanvankelijk niet als signalen van een dreigende RSI gezien, maar afgedaan als het gevolg van een te zware dag, niet genoeg geslapen hebben en men denkt ‘het gaat wel over’. De persoon bevindt zich dan vermoedelijk nog in stadium 1 van het RSI faseproces dat wij eerder hebben besproken.
Men begint vaak zelf wat te prutsen, te experimenteren met
muissteunen, andere toetsenborden, misschien een andere stoel of een platter
beeldscherm. Als de klachten aanhouden of verergeren wordt er pas een bezoekje
afgelegd aan de huisarts. Er kan dan al sprake zijn van fase
Doorgaans worden door de huisarts (afhankelijk van het RSI-stadium) eerst wat pijnstillers en ontstekingsremmers voorgeschreven en meestal wordt doorverwezen naar een fysiotherapeut. Bij aanhoudende klachten is een doorverwijzing naar de reumatoloog een gangbare volgende stap.
Ondertussen zijn ze op het werk ook wakker geworden, want dit alles gaat gepaard met verzuim, minder prestatie en ‘gezeur’ op de werkvloer. In eerste instantie zal men het probleem niet zo serieus nemen, maar na een tijdje belt men toch eens met de Arbodienst. Die kennen de problematiek wel en hebben zo hun eigen traject. Ze wijzen eerst op de zee aan folders, brochures, checklijsten, sturen misschien een softwareprogrammaatje op, maar staan echt niet direct op de stoep. Als het ernstiger wordt en misschien meerdere mensen binnen een bedrijf last krijgen zullen ze adviseren om eens een ergonomische consultant langs te laten komen of een cursus RSI-aanpak te laten geven. Daarvoor zijn een aantal specialisten, hun namen vindt je onder meer op de website van de RSI-vereniging www.rsi-vereniging.nl .
Wanneer uiteindelijk ook op het werk en door de Arbodienst het probleem echt serieus genomen wordt, dan is het de beurt aan ergonomen en andere consultants, die de situatie komen bekijken, maatregelen voorstellen en de implementatie ervan begeleiden. Daarbij is er wel het gevaar dat zo’n organisatie vooral uit is op het leveren van oplossingen in de hardwaresfeer en dat ze via proefplaatsingen haar spullen wil slijten en dan natuurlijk aanbevelingen doet voor datgene waar ze het beste aan verdient. In deze fase is het belangrijk ook de psychologische en psychosociale factoren eens goed te analyseren en naar werksfeer en werkdruk te kijken. Daarmee is het probleem dan op het niveau van de bedrijfsleiding of het management gekomen, en dat is vaak ook nodig. Zoals herhaaldelijk in dit boekje is gesteld, kunnen RSI-problemen hun oorzaak vinden in de hele manier van werken, de sfeer en de filosofie van de organisatie.
Het is goed hier te wijzen op de steeds strakker wordende verplichtingen van de werkgever om goed voor de werknemer te zorgen en vooral te voorkomen dat mensen in de WAO belanden.
De hiervoor besproken ‘normale weg’ levert niet altijd de beste resultaten op. Dat komt nog eens duidelijk naar voren wanneer we diverse ervaringen van RSI-patiënten in beschouwing nemen. Wat bij de ene persoon heel goed helpt, kan bij een ander averechts werken. Hoe kun je er nu voor zorgen dat bij serieuze problemen het hele traject zo compleet en optimaal mogelijk verloopt?
Sinds april 2002 is de Wet Verbetering Poortwachter in werking getreden en daarmee zijn de regels bij langdurig verzuim voor zowel werkgevers als werknemers flink aangescherpt. Beide partijen zijn verplicht actief te werken aan herstel en indien dat niet gebeurd kan dat grote financiële gevolgen hebben.
De procedure is als volgt.
Uiterlijk vier dagen na ziekmelding dient dit door de werkgever gemeld te worden bij de Arbodienst.
Na zes weken moet de Arbodienst adviseren over de mogelijkheden tot herstel en werkhervatting, indien het er naar uitziet dat het ziekteverzuim van de werknemer nog lang zal duren. De Arbodienst verzorgt een probleemanalyse met advies daarbij.
Uiterlijk na acht weken maken de werkgever en werknemer samen een plan van aanpak voor herstel en reïntegratie. Er wordt een ‘casemanager’ aangesteld als contactpersoon tussen werkgever, werknemer en Arbodienst. Dat kan de direct-leidinggevende zijn, maar ook iemand van de Arbodienst of het reïntegratiebedrijf. Er wordt een reïntegratiedossier aangelegd van alle ondernomen acties.
Na dertien weken ziekte dient het verzuim gemeld te worden door de Arbodienst aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Tegen het einde van het tweede ziektejaar stellen werkgever en werknemer een evaluatie op aan de hand van het aangelegde dossier. Dit verslag dient uiterlijk twee weken voor de WAO-aanvraag opgesteld te zijn.
Het UWV beoordeelt vervolgens op basis van het reïntegratieverslag of werkgever en werknemer genoeg gedaan hebben om de werknemer te reïntegreren op het werk. Zo niet, dan zijn er sancties te verwachten, wat alle partijen natuurlijk het liefste willen voorkomen.
Voor meer informatie rondom reïntegratie en het volledige wetsvoorstel verwijzen we naar de website van Arbo-advies.
Voor behandeling geldt hetzelfde als bij preventie, waarover we hiervoor al uitgebreid spraken. Er moet zicht zijn op lichamelijke, psychosociale, persoons- en omgevinggerelateerde en overige factoren. Daarnaast geldt dat RSI vanuit het individu dient te worden bekeken, wat meestal meer effect oplevert dan een standaardbehandeling. De matrix is ook hier een handig hulpmiddel om te zien wat er allemaal speelt.
Te vaak worden binnen het reguliere behandeltraject het lichaamsbewustzijn, de energetische en biochemische aandachtsgebieden overgeslagen. Er wordt met name naar het motorische (fysieke) gebied gekeken, tegenwoordig gelukkig meestal al wel aangevuld met de psychosociale factoren. Dat de standaardbehandeling van fysiotherapie, medische fitness en oefentherapie meestal niet voldoende oplevert, heeft doorgaans niks te maken met onkundigheid van de therapeut, maar des te meer met de eenzijdigheid van de diagnose en daardoor een verkeerde doorverwijzing.
Waarom zou het zo zijn dat na een blessure topsporters behalve fysiotherapeuten en sportartsen, ook haptonomen en voedingsdeskundigen om zich heen verzamelen? Omdat wordt ingezien dat voor herstel meer nodig is dan oefening alleen. Dit geldt in zeker zo sterke mate voor de RSI-patiënt. Je kunt dus best beginnen met een therapie gericht op motoriek en ontspanning, maar als blijkt dat dit niet helpt kun je er van uit gaan dat er meer aan de hand is dan spieraantasting.
Op zoek naar de juiste behandeling
In dit boek proberen we een onderscheid te maken tussen preventie en behandeling, maar in de praktijk loopt dat natuurlijk een beetje door elkaar. Hoewel het mooi zou zijn als voor iedere werkplek de juiste maatregelen preventief genomen zouden worden, wordt er meestal pas wat gedaan als er al klachten zijn. Vervolgens moet ook rekening gehouden worden met het risico dat er al sprake is van ontstekingen en chronische situaties en dan is gebruik van warmte of het fixeren van een gewricht misschien niet aan te bevelen. In de preventieve fase kan dat fixeren nog wel, bijvoorbeeld met behulp van een handschoen als de SmartGlove om te zorgen dat de pols wat ontlast wordt door deze stevig op de plaats te houden.
Dat er van alles mis kan gaan wanneer je een muis gebruikt,
of op andere manieren bepaalde lichaamsdelen herhaald (te) zwaar belast, is wel
duidelijk. De kans dat dit uit de hand gaat lopen is aanwezig, want onze
‘normale’ manier van werken achter een beeldscherm is inspannend. Een
beeldschermwerker maakt gemiddeld per dag 10.000 – 15.000 muiskliks en daarbij
wordt circa
Vrijwel altijd is sprake van zware belasting en dat blijkt uit de te hoge spierspanning. Een van de manieren om RSI-risico’s te signaleren is dus het meten van de spierspanning. Daarvoor zijn apparaatjes beschikbaar, die echter meer in de sfeer van professionele RSI- en werkplekanalyse passen dan bij behandeling. Het gebruik van spierspanningmetingen heeft ertoe geleid dat meer inzicht is ontstaan in de oorzaken van RSI en manieren om dat te voorkomen. Bepaalde houdingen en verhoudingen, met name de polshoek en de manier waarop de hand ten opzichte van het werkvlak wordt gehouden, blijken niet optimaal te zijn. Dat valt soms eenvoudig te verhelpen, zoals met een andere muis, door op een andere manier te werken, de pols anders te houden of wat hoger te brengen. Door voorlichting, training en deskundig advies ter plekke is daar al veel aan te doen.
Veel van de oplossingen, of misschien moeten we dan praten over zogenaamde oplossingen, gaan uit van fixatie van de bedreigde of al aangetaste lichaamsdelen. Men handelt meestal als volgt. Als je pols pijn doet, zwachtel hem dan maar in of fixeer de polsbeweging. Dat lijkt een goede aanpak en kan effect hebben, maar is ook gevaarlijk. Doordat één gewricht als het ware buiten bedrijf wordt gesteld, wordt er meer gevraagd van andere gewrichten en kan daar weer overbelasting optreden. Fixatie, en daar zijn vele vormen van, van polsbandjes tot muissteunen, elleboogpad en schouderzwachtels, is dus niet zonder meer een oplossing.
Aan de andere kant is het in de preventieve fase soms wel handig om overbelasting van een gewricht wat te beperken en bijvoorbeeld de SmartGlove doet dat op een zachte manier. De pols wordt wat ontzien, je gaat de vingers wat natuurlijker gebruiken en er is door een soort balletje onder de muis van de hand ook wat steun en de hand ligt wat hoger. Dat is een vorm van fixatie die door veel beeldschermwerkers wordt gewaardeerd, ook als ze nog geen klachten hebben. Hetzelfde kan gelden voor elleboogsteunen. In de preventiefase kunnen ze nuttig zijn, maar bij terugkomende klachten moet je oppassen met langdurig fixeren.
Men denkt in de praktijk vaak wel te weten welke lichaamsdelen het meest kwetsbaar zijn en wat daar aan te doen is. Dat is ook het uitgangspunt van veel ontwikkelaars, die per lichaamsdeel kijken naar preventie en behandeling. Ze hanteren modellen, waarbij per gewricht wordt bekeken wat het gevaar is en geven dan aan wat daarvoor de oplossing is. Volgens bedrijven die producten ontwikkelen voor computergerelateerde klachten als RSI, (bijvoorbeeld de Backshop) valt er wel een indeling te maken met de mate waarin RSI-klachten in lichaamsdelen voorkomen. Zij berichten het volgende:
Nekklachten: 21% van de klachten
Rugklachten: 14% van de klachten
Schouderklachten: 19% van de klachten
Elleboogklachten: 6% van de klachten
Hand/polsklachten: 11% van de klachten
In de praktijk is het echter moeilijk om de klachten te isoleren en aan een lichaamsdeel toe te wijzen. Pijn in de pols leidt al snel tot last van de schouder, men gaat dan de rug verdraaien en zo zit je snel met een multisyndroom. Hoe dat aan te pakken is blijft onderwerp van discussie. Er is een denkschool die alles wil terugvoeren naar een verkeerde zithouding en de ruggengraat daarom als boosdoener en primair doel van de behandeling ziet. Een andere school kijkt meer naar de voeding en het hele metabolisme en er zijn steeds meer deskundigen die de hele werksfeer en de psychosociale situatie als belangrijkste factor zien. Deze onenigheid maakt het natuurlijk niet eenvoudig om helder en eenduidend advies te krijgen en een goed gefundeerde keuze te kunnen maken uit de hulpmiddelen die we hebben beschreven en behandelmethoden die we gaan beschrijven.
Op basis van het bestuderen van zeer veel onderzoeksresultaten en rapporten schatten we de verdeling van de oorzaken van RSI in grote lijnen als volgt in. Daar is een zekere overlap bij.
Verkeerde werkhouding 17%
Verkeerde hulpmiddelen/tools 10%
Puur mechanische belasting 8%
Verkeerd werkritme 23%
Persoonlijke stress 9%
Verkeerde werksfeer, werkstress 32%
Omgevingsfactoren zoals klimaatregeling
, elektrosmog, 24%
Voeding en stofwisseling 24%
Reumatologische aanleg 20%
Uit deze schatting valt op te maken dat het erg belangrijk is te kijken naar de brede omgevingsfactoren. Het aanpassen van de werkhouding en aanschaf van een nieuwe muis is misschien een goed startpunt, maar lost weinig op als niet ook verder gekeken wordt. Welke rol de factoren in een specifiek geval spelen is moeilijk aan te geven. In het algemeen groeit het inzicht dat de psychologische factoren, naast de fysieke, het belangrijkst zijn. Zij spelen voor ongeveer 35% mee in het RSI-syndroom. De biochemische huishouding, dus hoe het lichaam van binnen functioneert, is ook steeds meer een RSI-aandachtsgebied aan het worden. Vooral waar mensen al aanleg hebben voor gewrichtsklachten is alleen symptomatische bestrijding van RSI geen oplossing.
In het voorgaande is er veel gezegd over wat de oorzaken zijn en wat je kunt doen om te voorkomen dat het mis gaat. Daarvoor kun je terecht bij de bedrijfsgeneeskundige, maar ook allerlei instanties zoals TNO en zelfs politieke partijen hebben relevante websites en informatie. Er is, dat bleek wel, een enorm aanbod aan hulpmiddelen waar je mee aan de gang kunt om te voorkomen dat RSI ontstaat. Ook zijn er een aantal organisaties die cursussen en trainingen aanbieden, meestal in bedrijfsverband en preventief bedoeld. Vaak maakt ook speciale houdingstherapie deel uit van het cursus- en consultancy-aanbod.
Ben je echter toch zo ver gekomen dat er serieuze klachten zijn, en je dus in meer of minder mate RSI-patiënt bent, dan komen daar veel vragen bij kijken. Wat moet je doen, welke behandelingen zijn er, waar vind je meer informatie? Dit boekje helpt je op weg, maar er zijn ook voldoende websites met actuele informatie, checklists en dergelijken, zoals van de RSI patiëntenvereniging www.rsi-vereniging.nl. Daar vind je nog meer tips, producten en ook mogelijkheden om met anderen die ook RSI hebben, in contact te komen.
In het begin komen er veel vragen op je af en ook als de klachten nog relatief gering zijn heb je misschien kennissen of collega’s, die al meer last hebben en met beangstigende verhalen komen. Luister naar hun adviezen, maar besef dat iedereen anders is en het misschien bij jou wel meevalt, paniek is niet nodig.
Neem rust, ga naar de instanties die daar voor zijn, binnen je bedrijf of via de huisarts, en probeer de extra stress die dat proces met zich mee brengt van je af te laten glijden. Rust, gepaste beweging en je goed informeren over wat je zelf kunt doen is belangrijk, ook voor je geestelijke rust. Neem het heft in handen, vooral wat betreft je werk en kijk wat je daar nog wel en niet kunt doen. Probeer nutteloos thuiszitten en piekeren te voorkomen. Thuiszitten brengt vaak extra stress en maakt de situatie in sommige gevallen erger. Probeer, mits de klachten nog gering zijn, vooral contact te houden met je werkomgeving. Misschien hoef je niet direct te stoppen met werken, maar kun je meer pauzeren, meer rust nemen, je grenzen stellen, andere taken uitvoeren, dat archief eens uitmesten, je lichaam anders belasten en daarbij vooral overleg plegen met collega’s en bazen, zodat die begrijpen waar je mee bezig bent.
Pijn is lastig, maar het is je beste informant, direct pijnstillers nemen ontneemt je de kans om echt te voelen wat er mis is.
Volg eerst de aanwijzingen en verwijzingen van de arts op. Dat zijn meestal de ‘normale’ verwijzingen, we spreken daarbij van de westerse reguliere RSI-aanpak. Dat loopt via de bedrijfsarts of bedrijfsverpleegkundige, Arbospecialist, keuringsarts, huisdokter, fysiotherapeut, een oefentherapeut of een revalidatiearts, eventueel reumatoloog of gespecialiseerde RSI-arts. Dat traject biedt voor veel mensen uitkomst en is ook de meest logische keuze, zeker omdat betaling van alternatieve behandelingen via de verzekering niet echt goed geregeld is en niet alles wordt vergoed. Dat je naast dat traject ook iets aan sport of beweging kunt doen en iets gezonder kunt eten is vanzelfsprekend en kijken naar de bredere werk- en leefsituatie, dat hebben we wel duidelijk gemaakt, kan ook helpen.
Er is echter veel meer, bijvoorbeeld behandelingen die gebruik maken van massage, speciale trainingen om je polsen/handen op een andere manier te gebruiken, werken aan voedingspatronen, gebruik maken van kruiden en preparaten, en er bestaat ook apparatuur zoals brainmachines, elektro-acupunctuur en magneettherapie. We gaan daar op in en op de meer holistische (het geheel omvattende) en oosterse benaderingen, ook wel alternatieve of additionele geneeswijzen genaamd.
We beginnen dit overzicht van behandeling met de westerse/reguliere aanpak. Deze behandelingen zijn grotendeels gericht op het zieke lichaamsdeel waar de aandoening zich bevindt, soms aangevuld met een psychologische aanpak, maar toch voornamelijk symptoombestrijdend. Ook de diagnose is daar specifiek op gericht. Heel diep ingaan op de achtergronden, daar heeft de huisarts en zelfs de specialist niet altijd de tijd en middelen voor of hij is niet helemaal thuis in zo’n brede aanpak. Een integrale RSI-aanpak is natuurlijk wel gewenst, wat ook de verzekeraars beginnen te begrijpen, maar toch nog niet algemeen geaccepteerd. Wat dat betreft is de nodige voorbereiding van zo’n bezoek aan arts of deskundige verstandig. Maak een lijstje met wat je zelf denkt dat de oorzaken zijn, ook qua werksfeer en secundaire factoren als gebrek aan frisse lucht, te veel stress en je voedingsgewoonten. Voorbereiding is het halve werk, het helpt de dokter en jezelf om optimaal te profiteren van z’n kennis en mogelijkheden.
De arts heeft wel allerlei richtlijnen en protocollen die hem helpen. Zo is er de NVAB richtlijn ‘Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met klachten aan arm, schouders of nek’. Deze richtlijn voor bedrijfsartsen is bedoeld om de bedrijfsarts te ondersteunen bij de begeleiding van werknemers met klachten. Daarbij staat het handhaven van de arbeidsparticipatie en het voorkomen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid voorop.
Daar zijn goede checklists in opgenomen en beschrijvingen en foto’s van de tests die de arts moet doen. Op basis van een voorlopige diagnose en lichamelijk onderzoek kan met behulp van die checklists een diagnose worden gesteld. Afhankelijk van het resultaat wordt een bepaalde behandeling voorgesteld en binnen drie weken wordt dan geëvalueerd of de aanpak succes heeft. Bij aspecifieke klachten wordt na drie maanden doorverwezen naar een centrum voor multidisciplinaire behandeling. Die richtlijn staat ook op het Internet op www.rsi-vereniging.nl met veel nuttige informatie. Dat doorlezen kan ook helpen het bezoek aan de arts goed voor te bereiden. Wat opvalt in die richtlijn is dat men wel manuele therapie noemt, maar op bijvoorbeeld voedingspatronen niet ingaat.
Een reguliere arts zal meestal een aantal korte vragen stellen, het gewricht en de houding testen, iets willen weten over de achtergronden en in het beste geval probeert de arts niets over het hoofd te zien. Want iemand die zelf klaagt over pijn in z’n schouder, maar eigenlijk hartklachten heeft, die doe je geen goed met een paar oefeningen of een ontstekingsremmer. De reguliere arts zal bij RSI meestal ingaan op de pijnklachten, letten op de indicaties voor de herkenbare RSI-aandoeningen zoals Carpaal Tunnel Syndroom, Tendinitis, Epicondylitis (tennisarm), zal goed naar de ruggengraat kijken of daar geen wervels verschoven zijn of vastzitten, zal kijken of je benen even lang zijn, letten op signalen voor beginnende artritis en reuma, kijken naar mogelijke fibromyalgie. Verder zal hij vaak wat rust en een recept voorschrijven en voor duidelijke houdings- en spierproblemen misschien al verwijzen naar de fysiotherapeut of houdingstherapeut. Een verstandige arts zal je ook vragen contact op te nemen met je werk en daar het probleem aan te kaarten en maatregelen te nemen.
Een meer gespecialiseerde arts, zoals een reumatoloog, gaat dieper in op de onderliggende oorzaken en zal meer testen doen qua bewegingsapparaat, bloed- en urine-onderzoek en op basis daarvan een meer gerichte behandeling voorschrijven, misschien wat meer bewegings- en voedingsadviezen geven, soms een injectie geven met een ontstekingsremmer of Prednison-achtig middel en toch vaak weer doorverwijzen naar behandelingen als fysiotherapie of houdingstherapie (zoals Cesar of Mensendieck) of manuele therapie. Daar gaat men dan via massage en oefeningen proberen de pezen en spieren weer in een betere staat te krijgen en eventuele verschuivingen of schade aan gewrichten en met name de ruggengraat te behandelen. Je krijgt meestal oefeningen mee naar huis, want een verkeerde pols- of zithouding of kromme rug vraagt vooral inzet van jezelf. Bij houdingstherapie, dus het verbeteren van je zit- en werkhouding, is de eigen inzet doorslaggevend. Het belang van inzet van de persoon zelf geldt niet alleen voor fysieke, maar ook voor emotionele, intellectuele en spirituele structuren, wat de insteek is van ‘postural integration’. Dit is een vorm van diep lichaamswerk/lichaamspsychotherapie.
Behandeling in dit stadium is vaak nog fragmentarisch, ideaal is een brede aanpak. De zogenaamde gedragsgeoriënteerde behandeling en revalidatie zijn daar een voorbeeld van en richten zich op verbetering en oefening van de houding en het uitvoeren van spierversterkende oefeningen, het toepassen van pauzes, pijnmanagement, verbetering van ergonomie en ondersteuning door middel van hulpmiddelen, en emotionele ondersteuning.
Het is eigenlijk niet mogelijk een standaardbehandeling voor RSI aan te wijzen en er bestaat uiteraard ook geen standaardmedicijn voor de RSI-patiënt. Men begint meestal met pijnbestrijding naast rust, minder of stoppen met werken, de houding aanpassen die de klachten blijkbaar veroorzaakt, meer pauzes nemen, meer bewegen, misschien een ontstekingsremmer, in ernstige gevallen injecties met zware ontstekingsremmers of cortisone/prednison. De reumatoloog heeft een heel scala aan middelen, die meestal alleen symptoombestrijdend zijn. De laatste tijd zijn er ook nieuwe medicijnen die de problemen eerder kunnen oplossen, zoals de Coxibs geneesmiddelen en de Anti-TNF therapie.
In eerste instantie kan een aspirientje of Paracetamol ook geen kwaad. Al zal zo’n medicijn je niet terugbrengen tot je gezonde staat, het kan in bepaalde gevallen bruikbaar zijn om de ergste pijn te bestrijden. Het is in ieder geval niet verstandig om zonder begeleiding te experimenteren met medicijnen, vanwege de bijwerkingen en gevaren die het op kan leveren en omdat je als leek niet goed kunt inschatten of er diepere medische problemen zijn, waarvan je de symptomen dan weer wegdrukt met mogelijk ernstige gevolgen. Het is aan de arts om een diagnose te stellen, behandeling en medicijnen voor te schrijven en in de meeste gevallen werkt dat ook wel. Het zijn de chronische RSI-patiënten die moeilijker te helpen zijn en gaan uitkijken naar alternatieven.
Pijn is lastig, maar ook een signaal dat je niet mag negeren. Goede vormen van pijnbestrijding zijn om te beginnen ontspanning, massage en andere pijnverzachtende behandelmethoden. Het is daarnaast goed de oorzaken te achterhalen, je werk- en levensstijl aan te passen en goede oefeningen te doen in plaats van enkel en alleen de symptomen te onderdrukken en zodoende het kernprobleem niet op te lossen.
Pijnstillers als Paracetamol kunnen wel gebruikt worden bij acute pijnklachten en om beter te ontspannen tijdens rust, bijvoorbeeld ’s nachts. Spierverslappers zoals Valium zijn soms nuttig om even helemaal te ontspannen en verlichting te bieden. Iboprufen is een ontstekingsremmer/pijnstiller die je in de apotheek kunt krijgen en snel helpt. Gebruik deze dan wel incidenteel, om te voorkomen dat gewenning op zal treden bij langdurig gebruik of de bijwerkingen merkbaar worden. Slaapmiddelen kunnen tijdens acute pijnklachten de spieren ontspannen en in verdere fases van RSI mensen helpen die niet meer in slaap komen van de pijn. Langer dan twee weken gebruik maken van slaapmiddelen is niet verstandig. Ook hier geldt dat verslaving en afhankelijkheid op kan treden en na enkele weken het effect af zal nemen bij gelijke dosering. Het chronisch slikken van medicijnen, ook die gewoon zonder recept gehaald kunnen worden, is zonder medische begeleiding niet verantwoord.
Antidepressiva worden soms succesvol toegepast bij pijnsyndromen die met RSI vergelijkbaar zijn, omdat de overprikkeling van het zenuwstelsel erdoor verminderd wordt en daarmee dus ook de pijnklachten tijdelijk afnemen. Wederom geldt dat overleg met een behandelend arts of specialist noodzakelijk is.
Voedingssupplementen, vitamines en andere middelen
In het verlengde van de medicatie zijn er allerlei middeltjes die geacht worden gunstig te werken bij RSI. De werking is niet altijd bewezen, maar het is wel het gebied waar je heel veel goedbedoelde adviezen krijgt en voor je het weet heb je een hele rij potjes en pilletjes staan. Sommige middelen helpen in bepaalde gevallen wel en daarom hebben we er hierna een apart hoofdstuk aan gewijd.
In beweging blijven is altijd een goed advies, maar als er al sprake is van klachten zijn er beperkingen. Dan is zware belasting, tegen de pijngrens aan sporten, natuurlijk uit den boze. Dan is rustige beweging, niet forceren, en de lichaamsdelen waar de klachten voorkomen ontzien een beter advies. Rustige yoga- en ademhalingsoefeningen zijn opties, maar de schouders en armen flink rekken en strekken, laat dat maar aan de fysiotherapeut over. Die geeft in het algemeen wel oefeningen mee voor thuis en die kun je raadplegen over geschikte sporten. Hou de zaak dus in beweging, maar wel op een aangepaste manier. Je mag bijvoorbeeld wel zwemmen, maar dan alleen op je rug. Ook het gebruik van allerlei anti-RSI-hulpmiddelen uit de preventieve sfeer, zoals zelfmassagehulpjes, tril- en schudapparaten en de apparaten in de sportschool, zijn wanneer je echt klachten hebt niet altijd positief. Ook dan is het advies van een deskundige nodig.
Fysiotherapie kan veel goed doen bij RSI-klachten, maar meestal als deel van een bredere behandeling en met aangepaste bewegingsadviezen. Wat de fysiotherapeut kan vinden door middel van aanrakend onderzoek zijn onder meer spanningen, weerstanden, beweeglijkheid en afwijkingen. Een voorbeeld van wat een fysiotherapeut kan achterhalen is de kop van een schoudergewricht die niet meer goed door de kom glijdt. Daarbij is sprake van een afwijking in de schouder die mensen vaak niet zelf opmerken, maar die wel medeveroorzaker kan zijn bij het ontstaan van RSI-klachten. Wat ook tijdens fysiotherapie ‘ontdekt’ kan worden zijn de verhardingen van bindweefsels van spieren als gevolg van overbelasting, de zogenaamde triggerpoints in nek, schouder en armen die pijn veroorzaken.
Deze stijfheid, spanningen en drukpunten zijn zeker wel te behandelen met fysiotherapie, maar het wegnemen van de bron van overbelasting (werkzaamheden, houdingsgewoonten, conditie, omgaan met stress, enzovoort) is net zo belangrijk.
Een goede fysiotherapeut houdt zich dan ook bezig met gedragsbeïnvloeding met betrekking tot houding en beweging. Pijn is een emotie, een ‘gemoedsbeweging’, en daarom richt een fysiotherapeut zich als het goed is niet alleen op het lichaam.
Door oefentherapie, een van de meest bekende is Mensendieck, leert de patiënt met RSI-klachten meer bewust te worden van de risicofactoren en beseft dat deze factoren door hem of haar zelf te beïnvloeden zijn. De nadruk ligt in de behandelingen op het bewust worden van lichaamssignalen en het ontspannen en op lengte brengen van de nek-, schouder-, arm-, en polsspieren. Verder omvat het ontspanningsoefeningen, namelijk het aanleren om niet meer spierspanning te maken dan nodig is tijdens activiteiten en de spierspanning los te laten op rustmomenten. Ook het versterken van de spieren die je nodig hebt om je houding te verbeteren en het aanleren van warming-up en cooling-down oefeningen vallen binnen deze benadering. Doorgaans is het adviseren van aanpassingen van de werkplek, zoals het verbeteren van de werkhoudingen en van bewegingen, ook geïntegreerd in deze aanpak.
Bij dit alles is de bewustwording van de patiënt belangrijk en wordt er gewezen op de noodzaak om afwisseling in het werk aan te brengen, om regelmatig (micro)pauzes te nemen en een te hoge werkdruk te vermijden. Dit inzicht moet leiden tot gedragsverandering op lange termijn en dient herhaling te voorkomen, wat een sterk punt is van deze behandelmethode.
Het is mogelijk om bedrijfsoefentherapeuten Mensendieck naar de werkplek te laten komen voor voorlichting en training in groepsverband, gericht op bewustwording van houding, risicofactoren, en de algehele werkplek.
Cesartherapie is vergelijkbaar met Mensendieck, maar de nadruk bij Cesartherapie ligt meer op beweging. Het doel is de balans tussen de spieren in het lichaam te verbeteren en aan te leren die spieren te ontspannen of te versterken. Feldenkrais is een wat subtielere aanpak om de lichaamshouding te verbeteren en de wervelkolom in balans te brengen.
We merkten al eerder op dat er een overlap is tussen preventie en behandeling, maar dat vooral in het geval van ontstekingen opgepast moet worden. Niet alle behandelingen zijn daar even geschikt voor, bijvoorbeeld met warmte moet je dan oppassen. Ook het zomaar inzwachtelen of het gebruiken van polsbanden met steunfunctie of andere middelen die de pols of onderarm fixeren is niet altijd de aangewezen weg. We hebben reeds bij hulpmiddelen aangegeven dat fixatie soms gevaarlijk kan zijn doordat een gewricht als het ware buiten bedrijf wordt gesteld en er meer wordt gevraagd van andere gewrichten, waardoor overbelasting op kan treden.
Dit kan ook opgaan voor de combinatie medicijnen en spalken, wat een vrij drastische manier van fixeren is en vaak onterecht als simpele en enige oplossing voorgeschreven wordt aan mensen met RSI. Spalken worden dan gebruikt om ontstoken weefsels in een neutrale onbeweeglijke positie te houden in een rustperiode. Als zo’n rustspalk echter wordt gedragen tijdens activiteiten is er ook hier het gevaar dat extra letsel zal optreden in de aangrenzende weefsels. Bij zwellingen kunnen spalken ook een regelmatige bloedsomloop tegengaan en daarmee de afvoer van afvalstoffen en dus ook genezing in gevaar brengen.
Bij RSI-verschijnselen die met zenuwbeknellingen te maken hebben of bij ernstige ontstekingen of vervormingen van pezen kan chirurgie een oplossing zijn. Bij het Carpaal Tunnel Syndroom kan bijvoorbeeld een sneetje gemaakt worden in de handpalm en vervolgens kan de gewrichtsband worden verdeeld, als het ware losser worden ‘geknoopt’. Sommige ingrepen hoeven niet meer dan twintig minuten in beslag te nemen, zoals het opereren van een trigger-vinger. Het herstel varieert meestal van vier tot acht weken. We raden toch aan een second opinion te vragen als chirurgie als startpunt is aangeraden, om zoveel mogelijk overtuigd te zijn van de juiste diagnose en eventuele teleurstellingen te voorkomen.
Homeopathie is door velen geaccepteerd als effectieve medische behandeling en wordt veelal vergoed door de verzekeraars. Daarom plaatsen we de aanpak onder regulier, maar deze is tegelijkertijd afwijkend van wat de reguliere geneeskunde aanbiedt. De Duitse arts Samuel Hahnemann is de uitvinder van deze methode. Er wordt gewerkt met sterk verdunde remedies, die beogen ziektes te bestrijden. Hoe meer verdund die remedies zijn, hoe hoger de ‘informatiewaarde’ is. Homeopathische geneesmiddelen worden gemaakt uit natuurlijke producten, zoals substanties van planten, dieren en mineralen. Deze stoffen zetten het lichaam aan zichzelf te genezen. Het uitgangspunt is dat een stof die bepaalde verschijnselen kan opwekken, dit verschijnsel ook kan genezen. Er zijn tamelijk veel homeopathische artsen en ook veel apotheken hebben homeopathische middelen. Zeker waar het gaat om chronische klachten die te maken hebben met verstoord stofwisselingsevenwicht, kan homeopathie uitkomst bieden. Er zijn enorm veel homeopathische remedies, maar ook een aantal verschillende richtingen in de homeopathie, zoals de klassieke homeopathie. De vrij moderne Radionics aanpak gaat tamelijk ver in het accepteren van het onderscheid tussen massa en informatie en maakt gebruik van puur energetische en zelfs symbolische technieken.
De methodes van diagnose bij homepathische artsen en ‘practitioners’ kunnen zeer uiteenlopen. Soms is die gebaseerd op alleen maar gesprekken, soms maakt men gebruik van technieken als Vega, Touch for Health of dowsing (pendelen) in verschillende vormen. De intuïtie speelt daarbij een grote rol, maar de resultaten zijn soms verbluffend accuraat.
Manuele therapie
Manuele therapie is niet altijd hetzelfde als ‘kraken’, wat men veelal denkt, en ook niet alleen gericht op het manipuleren van de wervelkolom. Therapeuten kunnen door middel van diverse handgrepen lichamelijke structuren oprekken, verplaatsen of de spanning ervan beïnvloeden. Door de verbindingen van het zenuwstelsel kunnen klachten vanuit de arm ook verstijvingen elders in het lichaam, zoals in de rug of schouder, veroorzaken. De structuren (betrokken spieren en wervels) die vast zijn gaan zitten door overbelasting kunnen losgemaakt worden en vervolgens kan de therapeut de zenuwuiteinden van de zenuwbanen prikkelen met manipulaties. Het doel hiervan is een reflexmatige ontspanning en betere doorbloeding te bewerkstelligen. Het voordeel van deze methode is dat de therapeut goed kan lokaliseren waar precies de gevoelige plek zich bevindt.
We spraken al eerder over massage op het werk en als preventieve methode, maar ook als behandeling is massage effectief bij bepaalde RSI-klachten. Massage is een eeuwenoude behandelmethode en kan heel geschikt zijn, zeker waar sprake is van spierproblemen, inkapseling en stijfheid.
Klassieke massage is het geven van mechanische prikkels op het lichaam door middel van handgrepen die kunnen leiden tot herstel van de evenwichtstoestand van de mens. Door prikkeling van de gevoelszenuwen kan invloed worden uitgeoefend op de spierfuncties. Dit vindt plaats door aanraking met de huid, drukking op het onderhuidse bindweefsel, kneden van de spieren en rekken op banden en kapsels. Voor ontspanning of verlichting van pijn kan in principe iedereen een massage geven, maar bij therapeutische doeleinden is het aanbevolen naar een fysiotherapeut of andere professionele masseur te gaan. Tijdens het masseren wordt het behandelde gebied warmer, neemt de bloeddoorstroming toe en kunnen spierspanning en pijnklachten afnemen.
De drie kerneffecten van een massage zijn: betere doorbloeding van het gemasseerde weefsel, vermindering van pijn in het behandelde gebied en ontspanning van de diverse weefsels. Er kan bijvoorbeeld gemasseerd worden na langdurige poses in dezelfde houding, na intensieve belasting zoals bij een verhuizing of een sport en bij verhoogde spanning op het werk of andere omstandigheden.
Masseren is niet altijd positief en is in sommige gevallen af te raden. Bijvoorbeeld als het meer dan normale pijn oplevert, er ongewone verschijnselen waar te nemen zijn als blauwe plekken, bij koorts en temperatuurverhoging, na langdurig niet gegeten te hebben, bij ernstige vermoeidheid (massages kosten energie van bepaalde organen) en na gebruik van bewustzijnsverminderende medicijnen. Bij ontstekingen is zomaar masseren zelfs gevaarlijk, een specialist kan dan wel iets anders doen, zoals voetzool acupressuur. Diepgaande bindweefsel- en lymfemassages, vooral van het hoofd, nek, rug, buik en benen, kunnen helpen om sneller te ontzuren. Hou er wel rekening mee, dat de massages afvalstoffen uit het weefsel losmaken en in de bloedbaan brengen, waardoor je (tijdelijk) hoofdpijn kunt krijgen.
Er zijn veel verschillende soorten massage. De sportmassage is vrij bekend, ook de Zweedse massage kom je veel tegen, maar er zijn in bijna iedere cultuur speciale methodes ontwikkeld. De Thaise massage met veel rekken en strekken is niet zo geschikt voor RSI, de Tibetaanse/Chinese aanpak met veel aandacht voor de houding en ruggenwervels past beter, de Ayurvedische massage is vrij straf, maar goed voor de doorbloeding en ontgifting. Vraag de massagetherapeut of er ervaring is met RSI en wees vooral voorzichtig met ontstekingen.
Er is een duidelijke relatie tussen visuele problemen door
het werken met een beeldscherm en RSI. Dat komt door flikkering, slechte
beeldschermen, te veel of te weinig contrast en een foute kijkhoek. Door
ingespannen werken met een te klein beeldscherm of op een foute afstand ziet
men niet scherp, gaat men bukken en buigen om beter te kunnen zien. Dan komen
er ook vaak problemen met de ogen, zoals irritatie, slechte focus en slechter
zien in het algemeen. Dat kan worden opgelost door grotere en/of scherpere
beeldschermen, maar ook door optisch iets te doen, zoals een bril dragen dus.
Bij brildragende beeldschermwerkers komt het echter juist vaak voor dat er
problemen ontstaan bij het kijken naar het beeldscherm. Bij personen met een leesbril
of een leesdeel in de bril wordt uitgegaan van een afstand van ongeveer 35 tot
Wie gaat de behandeling betalen? Dat is een belangrijke vraag. Zolang je in het begintraject de reguliere weg volgt, dus via huisarts of bedrijfsarts met verwijzingen naar fysiotherapeut of specialist, is er niet veel aan de hand. Het ziekenfonds of de verzekeraar dekt dat wel. Maar na een tijdje en zeker bij langdurige behandelingen wordt dat moeilijker. Fysiotherapie is nu al beperkt en door de bezuinigingen op de gezondheidszorg dreigt het aantal en de soort behandelingen nog verder teruggedrongen te worden. Het aantal en de soort alternatieve behandelingen die een verzekeraar vergoedt zijn ook niet steeds gelijk. Dat men wil besparen is helaas een algemene trend en wat dat betreft hebben nieuwe en mogelijk effectieve therapieën het moeilijk.
Beroepsziekten als RSI worden steeds moeilijker verzekerbaar. Er zijn al verzekeraars die weigeren voor de schade op te draaien. De toename van schadeclaims is de oorzaak van deze opstelling. Het Verbond van Verzekeraars pleit al jaren voor de invoering van een directe verzekering van het beroepsrisico. Het zou dan niet meer uitmaken of de beroepsziekte in de vrije tijd of op het werk is opgelopen, een kwestie die nu als bewijslast de afhandeling van schadeclaims sterk vertraagt.
Gelukkig is er ook een andere trend, namelijk dat de werkgevers via de Wet Poortwachter en andere regelingen steeds meer worden aangesproken op wat ze doen voor zieke werknemers en uit die hoek is met name voor RSI wel steun te verwachten en wordt via zogenaamde Arboconvenanten ook veel geregeld. Eventueel zul je de werkgever daar op aan moeten spreken, om een reïntegratieplan vragen en om hulp bij de aanschaf van hulpmiddelen.
Wat betreft hulpmiddelen kun je een andere muis niet of heel moeilijk vergoed krijgen. Pas als je bij wijze van spreken in een rolstoel moet zitten gaat men die vergoeden. Verzekeraars maken onderscheid tussen ‘medische hulpmiddelen’ en ‘HDL-artikelen’ (hulpmiddel dagelijks leven). Onder bepaalde voorwaarden vergoeden verzekeraars wel specifieke medische hulpmiddelen, zoals prothesen, speciaal schoeisel, hoortoestellen en loophulpmiddelen. Voor RSI-patiënten zijn HDL-artikelen vaak erg handig, zoals aangepast bestek of keukenhulpen, maar deze worden meestal niet vergoed. Informeer voor vergoedingen bij de zorgverzekeraar en spreek de werkgever aan of vraag bij de Kruisvereniging naar hulpmiddelen in haar pakket, die je voor een gering bedrag kunt huren.
Complementaire behandelingen
Er zijn enorm veel behandelingen, die niet echt ‘alternatief’ zijn, omdat ze uitgaan van bewezen principes, maar ook niet breed zijn geaccepteerd. Zeker op gebied van massage en oefenapparatuur is er een breed aanbod, dat we deels al bespraken bij de preventie, en die natuurlijk (in overleg) ook kan helpen als aanvulling van de fysiotherapie. Sommige therapeuten maken ook gebruik van technieken of apparaten die wat minder bekend zijn. Zo zijn er elektrische apparaatjes die men zelf kan gebruiken en die in therapeutische praktijken worden gebruikt ter preventie of om beginnende problemen aan te pakken. Na deze complementaire behandelingen gaan we over op de behandelingen die men wel als holistisch of alternatief aanduidt.
Stress is een van de factoren die RSI veroorzaken. Alle methodes die iets doen aan stress of je helpen stress te beheersen zijn dan ook in principe te gebruiken bij RSI-behandeling en preventie. Dat kan op klassieke manieren en we noemden al yoga en meditatie. Er zijn zelfs speciale RSI-centra, waar je een paar weken helemaal tot rust kunt komen, yoga doet, massages krijgt, via psychotherapie uitzoekt wat de diepere psychosociale oorzaken van je RSI zijn en waar je leert mediteren. Dat is een dure methode, maar voor wie door stress niet meer goed kan functioneren op het werk en in het dagelijks leven misschien het overwegen waard.
Er zijn veel methodes om het lichaam en daarmee de geest tot rust te brengen. Een half uurtje op een massagestoel of onder de handen van een goede therapeut kan erg goed helpen. Het kan echter ook omgekeerd, door eerst de geest tot rust te brengen en daarmee het lichaam te beïnvloeden. Daarvoor moeten we eerst iets uitleggen over hoe onze hersens werken, want dat is de ‘hardware’ van onze geest.
Onze hersenen kun je vergelijken met een soort computer met heel veel activiteit, die gerelateerd is aan onze gemoedstoestand. Dat kunnen we meten in de vorm van elektrische signaaltjes. Je hersenactiviteit is te meten aan de hand van hele kleine elektrische pulsjes via elektrodes op je hoofd, net als bij een EEG. Daarbij blijkt dat er bepaalde patronen te herkennen zijn. Deze hersengolven heeft men een naam toegekend en we spreken van Alpha-, Beta-, Delta- en Theta-golven. We brengen dergelijke golven altijd voort, maar bij iedere activiteit ligt de nadruk anders en één soort van hersengolven overheerst meestal. In een normale staat van bewustzijn overheerst de Beta- en Alpha-activiteit, terwijl het in de slaap en bij diepe meditatie gaat om Delta- en Theta-golven.
Type , Frequentie Hz , Toestand
Alpha , 7,5 - 13 , Ontspanning
Beta , 13 - 28 , Wakker, normale staat van bewustzijn
Theta , 3,5 - 7,5 , Meditatie, droom
Delta , 0,2 - 3,5 , Diepe slaap, trance
Onze hersenen genereren dus dergelijke golven wanneer ze in een bepaalde toestand zijn, maar gaan omgekeerd die toestand ook nadoen, wanneer we bepaalde stimulansen van buitenaf opgelegd krijgen. De menselijke geest is wel degelijk te beïnvloeden en dat weet iedereen die van muziek geniet, rustig wordt van een kabbelend beekje of van de vlammetjes in een haardvuur. Eén van de manieren om te relaxen is dus onze hersenen op zodanige wijze te prikkelen dat we in de juiste, meditatieve en rustige stemming komen. Die juiste stemming wordt door sommigen beschreven als een gevoel van eenheid met de omgeving, als openstaan voor allerlei ervaringen of, in spirituele termen, als zich deel voelen van de schepping. We kunnen zelfs bepalen of mensen in een dergelijke stemming zijn, omdat hun hersengolven dan zo’n meetbaar patroon van Delta- of Theta-golven genereren.
Elektronica kan in die zin effectief gebruikt worden bij behandeling van RSI. Er zijn speciale apparaatjes, die je op die manier in de juiste stemming of staat van ontspanning kunnen brengen. Die noemt men wel brainmachines of mindmachines, die werken met licht- en geluidssignalen.
De lichtjes in de bril van zo’n apparaatje gaan in een bepaalde frequentie en patroon knipperen, en er is een koptelefoon met geluidssignalen die dat ondersteunen, eventueel met rustige muziek als achtergrond. Door het gebruik van de juiste frequentie lichtflitsen en geluidssignalen, eventueel aangevuld met kleine elektrische schokjes in hetzelfde frequentiebereik, kan men de gemoedstoestand van de gebruiker vrij effectief beïnvloeden. Wat een brainmachine doet is via ogen en oren onze hersenen en dus onszelf in de `juiste’ stemming brengen. Ze zijn er in diverse uitvoeringen en vanaf ongeveer 200 euro. Meer informatie hierover is te lezen op www.lucsala.nl/egosoft/brainma.htm
Dit soort toepassingen ligt op het terrein van de toegepaste psychologie. Het gaat om relaxen en stressbestrijding, maar ook om betere concentratie, meditatie, gewoon bestrijden van de slapeloosheid of het verhogen van het leervermogen.
Biofeedback is een effectieve methode voor stemmingsbeïnvloeding en te gebruiken om te relaxen en te leren mediteren of bij stressmanagement. Het werkt via de terugkoppeling van hersengolven, of door het meten en terugkoppelen van de galvanische huidweerstand (GSR) of de spierspanning. Met behulp van zo’n biofeedbackapparaat leert men de ontspannen toestand aan om op eigen kracht te ontspannen. De huidweerstand geeft aanwijzingen voor het ontspanningsniveau, die wordt gemeten via vingersensoren en omgezet in een geluidssignaal dat te horen is in de hoofdtelefoon. De toonhoogte geeft de vorderingen aan en de toon zakt bij diepere ontspanning.
De biofeedback methode is ontwikkeld door onderzoekers van het menselijk bewustzijn die zich afvroegen of mensen zich bewust kunnen worden van hun hersenactiviteit om dit gericht te leren gebruiken. Door middel van sensoren kan men inzicht krijgen in de eigen bloedsomloop, spierspanning of hersengolven en leren deze te controleren. Zodoende kan men de lichaamshouding verbeteren, krampachtige houdingen vermijden, vingers en tenen verwarmen, leren ontspannen en pijn beheersen. Voor chronische RSI-klachten, zeker wanneer die stressgerelateerd zijn, kan dit zeer effectief zijn. Je leert als het ware op commando rustig te worden, door middel van feedback, waardoor je je eigen gedachten en emoties beter leert beheersen. Egosoft in Amsterdam levert dergelijke biofeedback apparatuur, software en brainmachines.
De RSI Protector is een biofeedback hulpmiddel speciaal ontwikkeld voor het voorkomen van RSI bij beeldschermwerkers. Via elektroden op de huid meet de RSI Protector de individuele spierspanning. Het apparaat waarschuwt vervolgens de gebruiker door middel van een signaal wanneer die spanning te hoog wordt. Deze kan dan zijn houding aanpassen om te voorkomen dat de RSI zich daadwerkelijk manifesteert. Dit vrij compacte draagbare systeem kan eventueel draadloos gekoppeld worden aan een PC.
Deze therapeutische NoRSI sensorpen van Tensor is ook een soort feedbackinstrument en helpt patiënten genezen van hardnekkige nek-, schouder- en armklachten. In de schacht van de pen zit een sensor, die alarm slaat bij RSI-gevaar. De sensor registreert namelijk de knijpkracht en de druk van de vingers. Als de schrijver de pen te krampachtig vasthoudt, gaat een lampje in de pen branden. Dit signaal waarschuwt de gebruiker voor teveel spierspanning.
Beïnvloeding met licht en geluid van brainmachines is maar één manier om de hersengolven te veranderen. In plaats daarvan kan men ook een zwakke elektrische stroom door de oorlellen naar het brein leiden. Dat kan, afhankelijk van de persoon, eenzelfde invloed op de hersengolven hebben als de impulsen van de brainmachine. Deze vorm van elektrische stimulatie wordt Cranial Electrical Stimulation, afgekort CES, genoemd.
Het voordeel van CES-apparatuur is dat ze ook gebruikt kan worden terwijl men iets anders doet en door de draagbaarheid zelfs in het openbaar. De CES zal meestal onopgemerkt blijven of als een soort walkman beschouwd worden.
De toepassingen zijn zeer gevarieerd. Van bestrijding van pijn, bereiken van meditatieve of juist alerte staten van bewustzijn, behandeling van drugsverslaafden, tegen depressies en slapeloosheid, tot het trainen van topsporters.
TENS, Transcutaneous Electro-Neural Stimulator, lijkt op CES-apparatuur. Het gebruik van kleine stroompjes op andere lichaamsdelen, om de spieren te stimuleren of pijn te bestrijden noemt men TENS ofwel Transcutaneous Elektro-Neural Stimulatie. In tegenstelling tot de CES, waarbij de elektroden op de oorlellen worden geplaatst en de hersenen direct stimuleren, kunnen de elektroden van de TENS overal op het lichaam worden bevestigd. Te gebruiken bij pijnbestrijding, maar ook voor spierversteviging, afslanken en acupunctuur. Dit soort apparatuur wordt tegenwoordig steeds meer gebruikt, ook in de cosmetica, maar voor RSI is het van belang voor de bestrijding van spierpijn, het stimuleren van bepaalde spieren en om de genezing van bepaalde aandoeningen te bereiken.
Elektro-acupunctuur lijkt een beetje op deze aanpak, maar volgt meer de behandelingswijze van de klassieke acupunctuur en werkt daarom met drukpunten en energiekanalen en gebruikt stroomstootjes op diverse punten. Men gebruikt ook wel de acupunctuurnaalden als punten om de stroom in het lichaam te brengen.
Waarop berust het principe van elektrische stimulatie? Onze hersenen, en ook onze spieren, werken met chemische impulsen, maar genereren ook elektrische stroompjes en reageren daar weer op. Elk van de miljarden neuronen in onze hersenen is een miniatuur elektrische generator (even complex als een computer) die elektrische signalen genereert en die signalen beïnvloeden weer de productie van verschillende hersenstoffen en hormonen (neurochemicals).
Dus het ligt voor de hand dat de juiste vorm van elektrische stimulatie van de hersenen invloed op onze stemmingen en gedachten heeft en gebruikt kan worden als een soort elektronische stemmingsmaker, hulp bij ontspannen, meditatie of concentratieproblemen.
Een behandelingsmethodiek die steeds meer aanhang vindt is het gebruikmaken van magneetvelden. Dat is heel wat anders dan magnetiseren of Reiki, wat meer valt in de sfeer van energetische of gebedsgenezing. Het gebruik van magneten is vooral in Duitsland populair, al lopen er ook in de VS heel wat mensen met magneetjes in hun schoenen of slapen op bedden met magneten. Met name voor chronische klachten op reumatisch gebied, en RSI-problemen komen vaak voort uit reumatische aanleg, kan magneetveldtherapie uitkomst bieden.
Er zijn veel verschillende vormen van magneettherapie. De meest eenvoudige bestaan uit vrij simpele (permanente) magneetjes, die bijvoorbeeld in een polssteun worden genaaid. Dat werkt in veel gevallen al verbluffend goed. Op de een of andere manier zijn we vrij gevoelig voor magneetvelden en bevordert dat de bloedsomloop en de permeabiliteit (de eigenschap om bepaalde stoffen door te laten) van de celwanden. Dat laatste is erg belangrijk voor het afvoeren van afvalstoffen. Wel is het aan te raden de magneetvelden die bij therapie gebruikt worden niet al te sterk te maken. Magnetische velden, zeker als ze zeer sterk zijn, kunnen ook schadelijk zijn en vormen een deel van de elektrosmog-problematiek, eerder besproken in dit boek.
Een iets ingewikkelder vorm van magneettherapie is het gebruikmaken van magneetjes met specifieke frequenties, zoals de Power Pulser, die werkt met de frequentie van het aardmagnetisch veld, de Schumann-frequentie. Nog verder gaan methodes die met een heel gamma aan magnetische velden werken, vaak in een therapeutische setting. Men spreekt dan van Pulsed Magnetic Field Therapie of Magnetische Resonantie. Daarbij worden verschillende veldsterktes en frequentiebanden gebruikt, onder meer om de bloedcirculatie en het metabolisme op celniveau te beïnvloeden, of de schadelijke invloed van elektrosmog, of slaapproblemen op te lossen en stress te reduceren.
Voor thuisgebruik is een dergelijke therapie, die deskundige begeleiding vraagt, niet aan te raden en ook op kantoor is het beter magneettherapie te beperken tot gebruik van magneetjes in de buurt van gevoelige lichaamsdelen zoals de pols. Er moet opgepast worden, want magnetische velden kunnen de computer storen en bestanden van bijvoorbeeld diskettes aantasten. Het voordeel van werken met de simpele permanente magneetjes is dat er eigenlijk geen ongunstige bijwerkingen zijn en dat experimenteren ermee dus geen risico’s inhoudt. Zowel bij preventie als behandeling is het, na overleg met een deskundige, daarom het proberen waard.
Via geluiden, muziek of de stem kan men de geest tot rust brengen, maar ook psychologische en zelfs fysieke problemen aanpakken. Daar zijn allerlei technieken voor, van rustige muziek via zogenaamde geleide visualisatie of ‘guided meditation’ tot hypnotische technieken. Via een koptelefoon of via de speciale neurophone, die het geluid niet naar de oren, maar direct naar de hersenen stuurt.
Er zijn dus een groot aantal behandelingen mogelijk op basis van geluidseffecten, zoals de Monroe-methode die ontspanning en het verkennen van de innerlijke wereld beoogt, maar ook allerlei muziek aanbiedt die je rustig kan maken. Geluiden, muziek, maar ook de menselijke stem hebben nog een enorm potentieel als therapeutisch medium. Eén van de mogelijkheden is de balans tussen rechter- en linkerhersenhelft te beïnvloeden en die beter op elkaar af te stemmen. Dat kan helpen bij allerlei klachten, bijvoorbeeld bij de behandeling van ADHD en dyslexie. Ook bij computergebruik worden de hersenhelften wel eens wat eenzijdig gebruikt. Vaak overheerst het logische linkerhersenhelft gedeelte, minder regelmatig het symbolische rechtergedeelte. Er zijn dus diverse methodes en audiotechnieken die hier kunnen helpen, variërend van speciale muziek met suggesties tot (zelf)hypnose. Zie www.lucsala.nl/egosoft.
Er zijn ook speciale video’s, die min of meer hypnotische suggesties gebruiken om rust en ontspanning te bereiken. Door gebruik te maken van rustgevende beelden en daar subliminale (op het onderbewustzijn gerichte) boodschappen in te verwerken kan men bijvoorbeeld leren relaxen.
De computer is ook een instrument dat gebruikt kan worden voor technieken die gebruik maken van speciale geluiden en beelden, maar dan met een grote mate van interactiviteit. We noemden bij preventie al de programma’s die pauzes afdwingen, er is spraakherkenningsoftware die steeds nuttiger wordt en als alternatief voor het toetsenbord en de muis kan dienen, maar er is ook speciale software op het psychologische vlak. Die staat bekend onder de algemene noemer mindware, maar er zijn slechts een paar bedrijven in de hele wereld die zich daarmee bezig houden. Onder meer op de site bruceeisner.com/mindware/ staan een aantal voorbeelden van interactieve psychologische software, zoals spelletjes (Wild Divine) met biofeedback. Je kunt de computer ook als brainmachine gebruiken en er is hypnotische inductiesoftware, subliminal software, software om de creativiteit te bevorderen en om te mediteren of te relaxen. Dit zijn fascinerende toepassingen van de computer, die echter nauwelijks bekend zijn.
Overgangsgebied westerse en oosterse behandelmethoden
Er is een zeker overgangsgebied tussen de reguliere en de meer alternatieve behandelingen, die vaak voortkomen uit oosterse inzichten. De behandeling richt zich dan niet alleen meer op het zieke lichaamsdeel, maar breidt zich bijvoorbeeld uit tot het centrale zenuwstelsel en/of richt zich op een stukje bewustwording van de patiënt. Enkele methodes komen al in de richting van de holistische benaderingen, waarbij de mens als geheel in beschouwing wordt genomen.
Bio-energetica gaat er vanuit dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat wat in de geest omgaat wordt gespiegeld in het lichaam en omgekeerd. Het bio-energetisch lichaamswerk richt zich met oefeningen op de bewustwording van de mens, vermindering van lichamelijke spanningen en het losmaken van opgeslagen emoties.
Een oefening is bijvoorbeeld dat je op een denkbeeldige stoel gaat zitten en wanneer de pijn en spanning in je lichaam begint op te treden dien je wat in je opkomt te uiten. Sommigen houden het met de kaken op elkaar geklemd erg lang vol en anderen zakken meteen door hun benen om uit te rusten. Dat zijn simpele voorbeelden die al iets kunnen zeggen over hoe je omgaat met signalen van lichaam en geest. Het gericht leren voelen kan een onderdeel worden van een verbeterde levensstijl en RSI -kansen verkleinen.
Binnen deze aanpak staat herstel van de balans tussen belasting en belastbaarheid centraal. Dit houdt de correctie in van de verstoring in balans tussen wat iemand doet en wat iemand eigenlijk aankan. Er wordt gekeken naar de activiteiten die een persoon op een dag uitvoert binnen drie gebieden. Om te beginnen het dagelijkse leven met activiteiten als aankleden en wassen, ten tweede activiteiten op het werk, school of studie en als laatste ontspannende activiteiten als hobby’s en vrijetijdsbesteding. De cliënt krijgt een belangrijke, actieve rol toebedeeld en wordt gestuurd door de therapeut die gedragsverandering ondersteunt en tips geeft voor een nieuwe week-, dag- en activiteitenindeling. Daarnaast kan de therapeut helpen bij de keuze voor de juiste hulpmiddelen, zoals ergonomische muizen en goed meubilair.
In de VS is osteopathie, als fundament voor moderne manuele geneeswijzen, sinds 1966 wettelijk erkend en in de reguliere medische opleiding opgenomen. In Nederland is het nog jong en relatief onbekend. De osteopathie (niet te verwarren met chiropractie) gaat ervan uit dat het lichaam een eenheid is, waarbij verschillende systemen elkaar in evenwicht houden en op natuurlijke wijze verstoringen kunnen verhelpen. Osteopathische artsen kijken daarom naar het gehele lichaam in plaats van naar geïsoleerde delen. Wanneer meerdere mensen dezelfde soort pijn hebben wordt er toch vanuit gegaan dat de oorzaken kunnen verschillen. Als er sprake is van een verstoring, door bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, stress of slechte voedingsgewoonten, kan de osteopaat het evenwicht herstellen. De behandeling richt zich daarbij op drie systemen. Ten eerste op gewrichten, spieren en kapsels en daarnaast kan de manuele behandeling zich ook richten op organen, vaat- en lymfestelsel en het centrale zenuwstelsel. Hiermee onderscheidt de osteopathie zich van andere manuele behandelmethoden, zoals manuele therapie, chiropractie en manuele geneeskunde. Zodra de natuurlijke beweeglijkheid in de weefsels en gewrichten weer hersteld is zou het lichaam zichzelf moeten kunnen genezen. Het lichaam doet dus al het werk, terwijl de osteopatische arts het natuurlijke proces op gang helpt zonder te forceren.
Dit wordt vaak toegepast bij mensen met gewrichts- en spierklachten, met name (lage) rugklachten en/of nekklachten. De chiropractie zoekt de oorzaak voor RSI in het zenuwstelsel waar problemen voortkomen uit druk op de spieren, zenuwen en bloedvaten door vaak herhaalde bewegingen. Door het toepassen van drukpunttherapie wordt getracht de spieren die druk uitoefenen op de gewrichten te ontspannen.
Lichaamsbewustzijn, Haptonomie
Lichaamsbewustzijn houdt de vaardigheid in om op tijd spierspanningen en veranderingen daarin te kunnen voelen, simpel gezegd dus het luisteren naar je eigen lichaam. Onder lichaamsbewustzijn vallen dingen die je misschien wel vanzelfsprekend vindt, maar die dat voor een ander niet hoeven te zijn. Zoals het gaan drinken als je dorst krijgt, het verminderen van je tempo als je hartslag te snel gaat, het op tijd rust gunnen aan je lichaam in plaats van jezelf tot het uiterste te forceren, stoppen als je uitgeput raakt, enzovoort.
Waar het mede om draait bij RSI en veel andere klachten is het leren voelen. Men zou meer aandacht moeten schenken aan de betekenis van de klacht voor de persoon, naast het bestrijden ervan. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen waarom je ondanks de pijn zolang bent doorgegaan met de belastende bewegingen, of er bedreigende ervaringen in de werksituatie aanwezig waren, of je liever de pijnklachten wilde voelen dan die bedreigingen, enzovoort.
Een methode hiervoor is haptonomie, een bijzondere vorm van aanraken die ontstaan is in de fysiotherapie. Deze is gericht op het concentreren op wat je voelt en het bewust ontspannen van pijnlijke spieren. Haptonomie wordt letterlijk vertaald met ‘leer van het gevoelsleven’ en het tastzintuig (waarmee je voelt) dat in de huid van het hele lichaam zit is het uitgangspunt. Zonder gevoel zou een mens zich niet kunnen beschermen tegen bijvoorbeeld verbranding aan vuur. Het voelen van warmte en kou is niet de enige functie van de tastzin, ook gevoelens als spanning en ongemak hebben een lichamelijke component. Zo spiegelen geestelijk en lichamelijk welbevinden en klachten elkaar en hiervan zijn we ons zo nu en dan bewust als we bijvoorbeeld zeggen ‘niet lekker in ons vel te zitten’. Bij haptonomie als therapievorm zijn behandelingen met name lichaamsgericht. Directe aanraking van het lichaam, maar ook bewegingsoefeningen, kunnen daarbij manieren zijn om dichter bij het gevoel te komen. Praten over je gezinssituatie van vroeger en hoe je omgaat met ziektes kan ook een onderdeel ervan uitmaken.
Er blijven toch nog methodes over die wat meer afwijken en uitgaan van andere, in de ogen van de reguliere geneeskunde vaak onbewezen, inzichten en denkbeelden. Vaak komen die denkbeelden uit andere culturen, we vatten ze wel samen onder de noemer oosterse denkwijzen. Dat is natuurlijk niet helemaal juist, want Shamanisme en de Dreamtime denkwereld van de Australische Aboriginals vallen er ook onder, maar voor de meeste mensen maakt de term wel veel duidelijk.
Er zijn een aantal aanwijsbare verschillen tussen de westerse en oosterse (Chinese) denkwijzen die uitmonden in afwijkende opvattingen over behandelmethoden zoals we in het hoofdstuk over energetische factoren al aangaven. Daarbij moet gezegd worden dat de tweedeling in westers en oosters niet zo zwart-wit is, hiervoor bespraken we al het overgangsgebied.
Ook gaat men in de westerse wereld steeds meer onderkennen dat je lichaam, geest en omgeving niet los kunt zien van elkaar. Er hoeft dan ook niet gekozen te worden tussen westerse en oosterse uitgangspunten, ze zijn vaak complementair en we proberen geen waardeoordeel uit te spreken in het voordeel van een van beiden. De keuze voor een methode ligt, op basis van deskundig advies, natuurlijk bij de patiënt zelf en het vertrouwen dat hij of zij heeft in de gekozen behandelwijze. Na deze kanttekening volgen nu de uitvergrote verschillen tussen beide denkwijzen.
In de westerse visie wordt analytisch gedacht, met de blik vooral gericht op het specifiek zieke gedeelte van het lichaam. In de oosterse visie is er sprake van een blik op de totale mens en de relatie tussen de ziekte, het lichaam en de omgeving.
Er wordt in het westen gezocht naar gerichte oorzaken volgens het causaliteitsprincipe, zoals herhaalde bewegingen die rechtstreeks RSI veroorzaken. Het verband tussen oorzaak en gevolg is in de westerse opvatting veelal eenduidig, zonder dat er naar wederzijdse en externe beïnvloeding of afwijkende patronen wordt gezocht. In de oosterse gedachtegang wordt daarentegen gekeken naar diverse aspecten die invloed uitoefenen, zoals de sfeer, klimaat en inrichting op kantoor, die RSI-klachten mede kunnen beïnvloeden.
De westerse behandeling is voornamelijk gericht op het stuk lichaam waar de aandoening zich bevindt, bijvoorbeeld door middel van gerichte fysiotherapie. Oosterse behandeling is dynamischer en gericht op de gehele zieke persoon, wat in relatie staat met begrip van het grotere geheel. Voor verschillende patiënten gelden verschillende symptomen, een andere pijnervaring en uiteenlopende behoeftes.
Wat nu volgt zijn de alternatieve/additionele (=aanvullende) methoden die zich, behalve op lichaam en geest, ook richten op de energiekanalen en biochemische huishouding van de patiënt. We noemen ze hier, omdat uit ervaringen van (ex-)patiënten is gebleken dat ze vaak goede resultaten geven. Ook de RSI-vereniging heeft op haar site de alternatieve behandelmethoden een plek gegeven, zeker nu een toenemend aantal patiënten door middel van succesvolle ervaringen de werking ervan kan beamen. Weet wel dat ook alternatieve behandeling evenmin als veel reguliere behandelingen vaak niet het gehele probleem kan oplossen. Pas ook op voor het tegelijk bezig zijn met meerdere therapieën, en overleg daarover met de behandelende arts of therapeut. Tegelijkertijd vasten en zware fysiotherapie bijten elkaar bijvoorbeeld, maar ook bij het combineren van medicatie kunnen conflicten ontstaan.
Wanneer bij een patiënt reguliere therapieën niet tot een oplossing leiden en er een chronische situatie ontstaat, blijkt de oorsprong van het probleem vaak niet (alleen) in de spieren, gewrichten en zenuwen te zitten. RSI kan in zo’n geval bijvoorbeeld veroorzaakt zijn door ophopingen van afvalstoffen in spieren-, bindweefsel en rond zenuwen, oftewel slijmproppen die voelen als ‘knopen’ in de spieren. Veel therapeuten die op dit gebied werkzaam zijn zien RSI als het gevolg van een stofwisselingsstoornis, een tekort aan voedingsstoffen en een overschot aan afvalstoffen. Leefstijlverandering, zoals de juiste lichaamsbeweging en voeding worden hierbij ook vaak aanbevolen.
De hele (energie) keten van verteren, opnemen, transporteren, afvoeren en uitscheiden van de juiste voedingsstoffen en mineralen is bij RSI-patiënten vaak tot op celniveau verstoord en dan kan gekeken worden naar een aanpak die daar wel rekening mee houdt. Dan wordt daarbij ook gekeken naar hoe de geest het lichaam weer beïnvloedt en omgekeerd.
In de reguliere geneeskunde betrekt men de energetische aansturing van biologische processen vaak nog niet in het geheel. Op verschillende terreinen komt de reguliere geneeskunde dan ook niet tot een afdoende oplossing, denk maar aan kanker, reuma, ME en bepaalde virale ziekten. Men stelt wel dat bestaande denkmodellen hun grenzen hebben bereikt op dit gebied.
Alternatieve behandelingen zijn veelal holistisch. Holistisch komt van het Griekse holos en betekent ‘geheel’, een opvatting die er vanuit gaat dat alles met elkaar samenhangt en het geheel altijd meer is dan de som van de delen. Bij de behandeling van ziektes ga je volgens de holistische visie dan ook niet alleen uit van het zieke lichaamsdeel, maar van alle aspecten van de gehele mens.
De ervaring is wel dat naarmate de reguliere artsen het grijze grensgebied van hun kunnen naderen, zoals vaak bij chronische reumatische aandoeningen, de belangstelling voor dit soort energiebehandelingen toeneemt. Men zoekt dan naar alternatieven, vaak wanhopig omdat de dokter het ook niet meer weet en men in een soort medische fuik van steeds meer onderzoek en steeds minder resultaat terechtkomt. Het is zeker zo dat de wetenschap over veel chronische kwalen nog onvoldoende kennis heeft en alles op dit gebied afwijzen is dan ook kortzichtig te noemen. Maar tegelijkertijd zijn er heel wat kwakzalvers die vooral hun eigen portemonnee genezen. Gezond verstand en een tweesporenbeleid, dus naast het alternatieve circuit goed contact houden met de reguliere arts, is aan te bevelen.
Deze holistische aanpak uit India richt zich op het wegnemen van het totaalpakket aan oorzaken van een ziekte. Iemand met RSI wordt bekeken als een mens die volledig ziek is, uit balans, dus niet als iemand die alleen een pijnlijke pols of arm heeft. De Ayurvedische arts beoordeelt ook de toestand van de nagels, tong, huid, tanden, ogen, handen en voeten. Soms worden daarbij zweet, urine en ontlasting onderzocht. Er wordt binnen deze visie geen onderscheid gemaakt tussen lichaam en geest en daarom begeleidt de arts ook het geestelijk welzijn van de patiënt. De methoden die gebruikt worden zijn drukpuntmassage, hittebehandeling, saunabezoek, stoombaden, kruiden en dieetadviezen. Soms wordt dit aangevuld met hypnosetechnieken, kleuren, geuren en geluidstrillingen. Een belangrijk onderdeel bij deze behandeling is het zelf aan de slag gaan met drukpuntmassages en het zoveel mogelijk ook thuis toepassen van de overige methoden.
Reiki (universele levenskracht in het Japans) is een alternatieve, energetische behandelmethode en valt onder de noemer energiewerk. Het fundamentele uitgangspunt is dat het lichaam niet alleen uit materie, maar ook uit energie bestaat. Energie stroomt door energiebanen zoals bloed door je bloedvaten stroomt. De verschillende energiecentra in je lichaam coördineren de energiestromen door je weefsels en organen. Soms vormt er zich een blokkade en kan Reiki helpen de energiestromen te herstellen, waardoor het lichaam (sneller) kan genezen.
Moet je geloven in Reiki om het te laten werken? In onze ogen is het belang van geloven en vertrouwen hebben in je genezing in het geval van Reiki niet groter dan dat dit het geval is bij bijvoorbeeld medicijnen die voorgeschreven worden door de dokter. Ervaringen van patiënten, ook van degenen die aanvankelijk sceptisch waren, tonen in ieder geval aan dat Reiki als behandelmethode zeer succesvol kan zijn. Wel is het van belang open te staan voor de mogelijkheid dat Reiki kan werken en de Reiki zodoende toe te laten.
Reiki werkt met universele energie en door middel van handoplegging wordt deze energie doorgegeven. Alle mensen beschikken over universele energie, want het is de kracht waar iedereen mee wordt geboren. Bij de geboorte is het kanaal voor het doorgeven van Reiki geopend, maar het wordt bij de meeste mensen al in de eerste levensjaren afgesloten, doordat zich emotionele blokkades in dit kanaal ophopen. Het is mogelijk om het kanaal voor het doorgeven van Reiki energie opnieuw te openen, met behulp van een Reiki inwijding.
Er zijn voorbeelden van mensen die van ernstige ziektes genezen zijn door middel van Reiki, maar met deze ‘bewijzen’ moet natuurlijk voorzichtig worden omgesprongen. Waar Reiki voor de ene persoon misschien kans op genezing kan bieden werkt het bij een andere persoon verlichtend. Reiki is echter geen vervanging voor de gangbare geneeskunde, eerder een aanvulling daarop. Waar de moderne geneeskunde zich vooral richt op het fysieke lichaam is energiewerk als Reiki een aanvulling die het overwegen zeker waard is.
We nemen onder deze term maar even het hele brede spectrum van behandelmethodes en preventieve maatregelen samen, die met ‘onzichtbare’ energie te maken hebben. Dat loopt van metalen Biostabiel armbandjes, kleur- of kristaltherapie tot Bach bloemremedies en van gebedsgenezing tot gevitaliseerd of ingestraald water. Soms zijn daar wonderbaarlijke resultaten mee bereikt, en omdat ze vaak tegelijk met de reguliere behandeling gedaan kunnen worden, kan het ook niet veel kwaad.
Acu(naald)punctuur(prikken) is een Chinese geneeswijze waarbij met naalden wordt gewerkt en invloed uit wordt geoefend op energiestromen die verstoord zijn. De dunne naalden worden heel precies net onder de huid op bepaalde knooppunten geplaatst zodat de chi (lichaamsenergie) weer vrijer kan stromen.
De stagnatie van de energie die de pijn veroorzaakt kan zo opgelost worden. Daarbij is het ook mogelijk om spanningen en emoties meer ruimte te geven. Ook steeds meer westers opgeleide artsen maken gebruik van acupunctuur bij hun patiënten. Bij elektro-acupuncturisten kun je terecht voor behandelingen Microcurrent Elektrotherapie (MET). Dat is een vorm van pijnbestrijding door middel van elektrische microstroompjes, die boodschappen nabootsen die het lichaam normaal van het centrale zenuwstelsel ontvangt. Het lichaam reageert hierop met het vrijkomen van pijnstillende en ontstekingsremmende stoffen. Daardoor treedt verbetering op in de doorbloeding en weefsels in het aangedane gebied.
Dit is een andere behandelmethode om energie weer in
beweging te zetten door middel van massage en uitoefening van vingerdruk. De
therapeut gebruikt vingers in plaats van naalden om de betreffende punten (je
hebt er
Een methode die ook in de westerse wereld de laatste veertig jaar steeds meer gewaardeerd en geaccepteerd wordt is Shiatsu (krachtige vingerdruktherapie), ontwikkeld binnen de Aziatische cultuur. Het is een vorm van manuele behandeling en bestaat uit oefeningen en zelfmassage. De Chinese massagetechnieken zijn van hieruit verder ontwikkeld. Vanaf 1956 is Shiatsu in China door het Ministerie van Volksgezondheid erkend als effectieve en reguliere behandelwijze.
De traditionele behandelmethoden zijn er op gericht door middel van het meridianenstelsel de energiebalans van de mens in evenwicht te brengen. Wanneer door een Shiatsubehandeling de energiebalans in evenwicht wordt gebracht kun je kwalen en klachten als RSI voorkomen en genezen. De huidige vorm van Shiatsu werkt met moderne medische inzichten en verliest ook de feitenkennis van de medische wetenschap niet uit het oog. Naast de energiebalans spelen het autonome zenuwstelsel, de relaties tussen huid, botten en organen evengoed een belangrijke rol bij het verklaren van de werking van Shiatsu.
Orthos betekent ‘juist, recht, of gezond’ en moleculen zijn de bouwstenen van je lichaam. Orthomoleculaire geneeskunde betekent geneeskunde met goede moleculen, zoals vitamines, mineralen en enzymen. Er zullen binnen deze aanpak voedingsadviezen worden gegeven. Er wordt niet alleen gekeken naar wat iemand binnen krijgt, maar ook hoe de stoffen (vetten, eiwitten, suikers, vitaminen, mineralen) op worden genomen in het lichaam, iets dat per persoon kan verschillen. Hiernaast wordt gekeken of een dieet of aanvulling met voedingssupplementen (capsules, pillen, tabletten) aan te raden is om je lichaam te voorzien van de juiste natuurlijke stoffen.
Ervaring van veel patiënten heeft uitgewezen dat oefeningen, rust, acupunctuur, kraken, voedingssupplementen, massages niet helpen als er een probleem is met de afvoering van afvalstoffen en het ontstaan van slijmproppen. De Chinese geneeskunde kent een techniek om deze afvalstoffen eerst te verwijderen uit spieren en gewrichten, waarna weefsel zich kan herstellen. De huid wordt door de speciale techniek vacuüm getrokken waardoor afvalstoffen vanuit de spieren naar de huidlaag worden gezogen. RSI-patiënten hebben vaak een energietekort in de organen en door het cuppen wordt ook nog eens extra energie aan het lijf onttrokken. Dit energietekort wordt door middel van hittebehandelingen weer bijgevuld.
In China is het al een volkstherapie, maar in Europa bleef het langere tijd onbekend. Steeds meer wordt in Europa Guasha echter ook als een baanbrekende Chinese therapie gezien en er zijn ook goede ervaringen van RSI-patiënten. Guasha betekent letterlijk ‘de ziekte eruit schrapen’ (gua = schrapen, sha = stagnerende energie).
Op bepaalde plekken van de huid wordt een speciale olie aangebracht en vervolgens wordt deze met een speciale schraper (jadesteen) behandeld. Op plaatsen waar stoornissen zijn ontstaan en verborgen liggen komen bij het schrapen diepe rode plekken tevoorschijn in de huid. Dit hangt samen met de schadelijke stagnatie van bloed en energie, wat de Chinezen als RSI beschouwen.
Bovenstaande beschrijving lijkt pijnlijker dan het is, want de patiënt voelt niet of nauwelijks pijn door de speciale olie, en de rode plekken verdwijnen binnen drie tot zeven dagen. Op deze manier worden massage, acupunctuur, reflexzonetherapie en ontgifting tegelijkertijd toegepast.
Drs. MeiMei Yu uit China en de Nederlandse arts Han. M. Stiekema zien het als hun opdracht om zoveel mogelijk mensen te helpen met de Guashatherapie. Aangezien ze van mening zijn dat deze methode zo veelzijdig, eenvoudig en effectief is dat het benut moet worden. Er zijn veelvuldig bewezen medische succesverhalen, zoals knobbeltjes in de borst die na een Guashabehandeling verdwenen waren. Guasha stimuleert het immuunsysteem, bevordert de bloedsomloop, ontgift, ontzuurt, reguleert orgaanfuncties, neemt blokkades en pijn weg, vermindert stress, brengt emoties in balans, allemaal samen in een behandeling. Door de behandelingen en het vrijkomen van rode bloedlichaampjes wordt het ontgiftingsmechanisme gestimuleerd, evenals de bloedsomloop en energiestromen. De belangrijkste oorzaak van pijn, verzuring, wordt eveneens opgelost. En doordat de elektriciteit van het lichaam wordt genormaliseerd in de belemmerde gebieden, neemt het gehele energieniveau weer toe.
Er zijn nog veel meer alternatieve diagnose- en behandelmethoden, kijk maar op de site www.alternatiefgenezen.zappsite.nl, en het is ook mogelijk om eens te kijken op de site van de RSI-vereniging naar de ervaringen ermee.
www.fysiotherapie.pagina.nl (startpagina)
www.go.to/rsi-therapie (methode ontwikkeld door ex-patienten)
www.de-kraanvogel.nl/rsi (chinese geneeswijze)
www.rsi-vereniging.nl/behandeling(behandelmethoden van a tot z)
www.energetische-geneeswijzen.nl
www.homeopathie.net/
www.baantraject.nl (reintegratie)
www.reintegratie.pagina.nl (startpagina, wet-en regelgeving, informatie voor bedrijven)
www.bodymindintegration.com
(postural integration)
Het boek is te
bestellen via www.cans-rsi.nl of
tel;efonisch via 020-6388292 of email rsi@mindlift.nl
Kosten 19,95 euro
plus 2 euro verzendkosten