VR Totemdier: de Octopus

Door Terence McKenna

Als schrijver, filosoof, maar vooral als verbale vulkaan van inzichten en meningen op zijn seminars (en tapes daarvan) is Terence McKenna een bekende verschijning in de California New Edge samenleving. Hij schreef samen met zijn broer Dennis het boek `The Invisible Landscape', gelooft sterk in de magische en culturele krachten van de paddestoel en de Amazone drug Ayahuasca en ontwierp het eerste profetische computerprogramma. Zijn mening over Virtual reality is interessant omdat hij het terrein van de innerlijke reality zo diepgaand heeft doorvorst.

Ieder tijdperk heeft een voorbeeld uit de dierenwerld, dat als symbool en totem geldt. Bij de 19e eeuw met zijn obsessie voor stoom paste het Volbloed Renpaard. De 20e eeuw legde de nadruk op snelheid, het luchtruim, en een bijna dodelijke symbiose van mens en machine. Dat vond een hoogtepunt in supersnelle jachtvliegtuigen, het dierlijke symbool dat daarbij hoort is de Roofvogel.
Nu zegt Jaron Lanier graag, dat we in de Virtual Reality alles kunnen zijn wat we maar willen, zelfs een piano, van binnenuit. Als ik dan mag kiezen wat ik wil zijn dan kies ik, na het hele menu van Moeder Natuur te hebben bekeken, voor een virtuele octopus. Ik denk dat veel anderen, als ze even doorlezen, met mij die keus maken. Ik stel zelfs voor de Octopus als totemdier voor de VR toekomst te nemen. De achtergrond daarvoor is dat de inktvissen een vorm van communicatie gebruiken die zowel telepatisch als psychedelisch is, en daarmee een model voor onze toekomstige communicatie. Het zal misschien niet al te lang meer duren voor mannen en vrouwen hun apelijf verruilen voor dat van virtuele octopussen in een `Silicon Ocean'.
De argumenten daarvoor zijn deze. De natuur biedt ons de octopus als voorbeeld van een levensvorm met goed ontwikkelde ogen en het vermogen om zijn uiterlijk, vorm en vooral de kleur en aanzicht van zijn huid te gebruiken als een visuele en daarom telepathische manier van communiceren. Een octopus communiceert niet met kleine mondgeluidjes, zoals wij doen en hoewel dat ook onder water goed zou werken; integendeel, hij gebruikt zichzelf als bood schap, zijn taal is zijn vorm en uiterlijk, de veranderingen daarin hebben een betekenis voor andere octopussen en levensvormen in zijn leefmilieu.
De octopus is als een naakt zenuwstelsel, of nog beter als een naakte geest; zijn innerlijke gedachten en toestand worden direct duidelijk uit zijn uiterlijk, hij draagt ze van buiten. En zo gaat het ook, dit dier danst letterlijk zijn gedachten en stemming door van kleur te verwisse len en te bewegen. Daarmee maakt hij zichzelf duidelijk, zonder de taalkundige conventies en symbolen die wij gebruiken als we praten in woorden en zinnen. In zijn wereld is zien direct weten en begrijpen. Daarvoor hebben ze een heel repertoire aan kleurschakeringen, punten, vlekken, blosjes, en strepen die over hun huid kunnen schuiven. Verder is hun beweeglijke en zachte lijf ideaal om die schakeringen te tonen of te verbergen, eenvoudig door stukken van hun lichaan te bewegen. Ze kunnen dus praten met hun lichaam, de perfecte `body- language' zonder verdere `verbale' toevoegingen. De octopus stuurt op die manier geen boodschappen, hij of zij is zelf de boodschap en op die manier zijn geest en lichaam van het dier gelijk, allebei net zo zichtbaar. De octopus draagt zijn taal als het ware op zijn rug, hij lijkt op wat hij wil zeggen, hij is wat ie bedoelt. In de communicatie tussen verschillende octopussen gaat op die manier nauwelijks iets verloren. Het zou zelfs zo kunnen zijn, dat het welbekende gebruik van inkt-wolken om zich achter te verbergen hun enige manier is om nog wat `priva cy' te bereiken. Misschien is het zelfs een soort `correctie-vloeistof' om taalfoutjes van een iets te snelle octopus te verbergen.

Stemmen als beelden

Nu is het ook onze bestemming om uiteindelijk te worden wat we denken, om onze gedachten ons lichaam te laten worden en onze lichamen onze gedachten. Dit is de essentie van een perfectere Logos (gepersonifieerde woord Gods), die niet gehoord, maar bevat wordt. Hier kan Virtual Reality ons helpen, met electronica kunnen we woorden en klanken omzetten in visuele output. Die kan dan weer bewerkt worden, met programmatuur die we nog niet eens hebben uit het assortiment van de VR hacker/monteur/ingenieur. Op die manier kunnen we zinnen in drie dimensies maken, zinnen die niet gehoord maar gezien kunnen worden. Nu kunnen we ons afvragen wat voor zin dat heeft, om je eigen stem te kunen zien. Het gaat er hier ook om dat ook anderen het zo kunnen zien. De dubbelzinnigheid van auditieve commu nicatie met soms verborgen boodschappen, wordt namelijk vervangen door zichtbaarheid, helderheid en eenduidigheid. De wisseltruc, waarbij we onze boodschap inkleden in woorden en dus symbolen, wordt vervangen door niet- symbolische, directe communicatie. We kunnen dan eindelijk, in Cyberspace, zien wat we bedoelen en zien wat anderen bedoelen. Wanneer we zien wat wordt bedoeld, worden de zender en de boodschap aan elkaar gelijk, zoals we bij de octopus zagen. Daarmee overstijgen we de normale dualiteit, de scheiding tussen subject en object en tussen het zelf en de ander, we communiceren beter met onszelf en de wereld om ons heen.
Dit is waarom ik eigenlijk genteresseerd raakte in Virtual Reality. Ik heb ervaringen gehad met bepaalde drugs, zoals DMT en de door medicijnmannen in de Amazone gebruikte Ayahuasca, waarbij vocale signalen worden ervaren als visuele effecten. De magische liede ren van de `ayahuasceros', de sjamanen van de diepe jungle, zijn geen liederen zoals we die normaal kennen. Ze zijn bedoeld als visuele kunstwerken, en worden door degenen die bedwelmd zijn door de drugs ook zo beleefd. Ze drijven weg in de beelden, het zingen van de sjamaan wordt een zichtbare regenboog van kleuren en beelden, adembenemend vreemd en betoverend.
En daarmee wordt ook mijn hoop voor wat VR kan gaan betekenen misschien duidelijk. Ik wens alle mensen, die technische toepassingen voor VR bedenken veel succes, we krijgen vast schitterende of afschuwelijke pornografie, indringende reistrips, educatieve en medische toepassingen, ze doen maar. Ik heb diepere verwachtingen van dit medium, het biedt de kans op echte communicatie, op het zichtbaar maken van objecten als visuele taal. Dat houdt een soort telepatie in, wanneer we samen naar dezelfde constructies kijken onstaat er een soort belevings- eenheid, onze gedachten worden (af)gestemd. Taal die we kunnen zien zou een nieuwe vorm van communicatie inhouden, een stap vooruit in de evolutie van ons ras.

Drug

Nu al blijkt technologie de gemakkelijkst te verteren drug voor onze Westerse geest, is VR dan niet een goede manier om die veelbelovende wildernis van onze fantasie verder gaan ontdekken. De meer extreme, inventieve en `avant garde' VR constructies zullen nog meer op psychedelische ervaringen lijken dan de conventionele kunst, teruggrijpen op ons onderbe wuste en het weefsel van onze droomwereld ontrafelen, de droom van de artiest. Relatief ongevaarlijk, er komt geen echte verf op echte muren, en uitermate toegankelijk. Waar ieder kan gaan en allen kunnen volgen door de `instant replay' van VR. Lukt het op die manier de produkten van de verbeeldingskracht van de consument terug te verkopen aan hemzelf, die ook de producent is? Dat moet niet moeilijk zijn, maar VR biedt hiermee wel een ontsnapping uit de dagelijkse ellende, waarbij drugs- of videospelverslaving kinderspel lijken. Dat brengt wel de vraag naar voren, hoe de overheid in haar drugsbeleid met VR zal omgaan, als een veilig alternatief of als `electronic illusions from hell'? Waar schijnlijk beide, moet ik opmerken als ik de zielloze publieke discussies over soortgelijke onderwerpen goed inschat. Aan de andere kant, ook de moderne film kan als drug worden gezien en daar is niemand echt van onder de indruk geraakt. Het is dus eerder te verwachten, dat men VR niet als drug, maar als de volgende marketing en job `opportunity' zal zien.

Voor mij houdt Virtual Reality de mogelijkheid in, dat er een visuele taal op basis van ikonen en beelden gaat komen, die universeel kan worden begrepen. Die taal kan een veel breder spectrum aan emoties en ruimtelijke verbanden overbrengen dan zelfs theoretisch mogelijk is met het gesproken woord. Maar we zullen de fontein van de zuivere zichtbare dichtkunst niet vinden, als we er niet naar zoeken.

T. McKenna woont op Hawaii en in California en schrijft o.m. over psychedelische planten


021294-BP