De discussie over het Internet gaat de laatste tijd meer over vrijheid van meningsuiting, over wettelijke kaders en culturele impact dan over wat de gebruiker er van vindt. Die gebruiker hoor je niet en zelfs op de http://net.info.nl site zie ik hem eigenlijk maar nauwelijks. Als ik de gegevens van de bezoekers eens bekijk (en heel duidelijk zijn die niet) dan zie ik nog steeds veel universiteiten en researchclubs, adressen als JanL@dds.nl of PietK@pi.nl blijven zeldzaam. Men leutert over enorme groei, maar als zelfs Planet Internet met alle hype maar iets van 12.000 abonnee's zegt te hebben gescoord (en iedereen die ik ken mocht gratis mee met de b-test) dan is het nog echt geen volksmedium. Wie had gedacht dat het Internet zo snel op zou komen (en nu zo snel stagneert in werkelijk gebruik)? Voorspellingen op dit gebied moeten niet gebaseerd zijn op wat kan, maar op wat nodig en aardig is, vanuit de gebruiker en de samenleving gezien.
Er gloort, als we de industrie en de media mogen geloven, een rozige Digitale Toekomst, waarbij iedereen en alles aan elkaar en aan wereldwijde databanken gekoppeld zal zijn en naar believen en behoefte die data toegevoegd krijgt, die hem, haar of het gelukkig zullen maken. Ik ben daar iets minder optimistisch over, ik denk eerder dat we een vrij geleidelijke groei van professionele datacommunicatie zullen zien maar dat de overstap naar de consument als digitale lezer/kijker/genieter veel moeilijker zal zijn. We vergeten namelijk, dat de mens qua lichaam en geest biologisch gezien nog maar pas de oertijd ontgroeit is en helemaal niet zit te wachten op de interactieve overvloed van de zogenaamde digitale snelweg.
We praten over informatie-snelweg, maar het is niet meer dan een data-verkeersader. Data en informatie zijn twee verschillende dingen, pas wannneer een bit bijt wordt het informatie, met andere woorden wanneer de ontvanger er iets mee doet, iets merkt, er iets verandert. Enorme databergen en datastromen betekenen niets, als niemand er iets mee doet. Zelfs het via TV of Net binnenhalen wil nog niet zeggen dat je er iets aan hebt of er iets mee doet. Dat is wat de Internet-marketeers nu leren, dat kijkers nog geen kopers zijn, dat veel verkeer (`hits') nog niet zo veel zegt.
Electronische communicatie groeit en voor zover dat gaat om het verkeer binnen en tussen organisaties, bedrijven en professionele gebruikers is dat ook een gezonde groei, die stoelt op echte voordelen en een grotere effectiviteit in de communicatie. Met name e-mail is langzamerhand ontdekt als een manier om persoonlijk contact te houden met een veel grotere groep dan met de aloude papieren brief. Daarnaast is er de toenemende beeld-cultuur, we gebruiken meer plaatjes, meer kleur en meer multimedia en dat is een van de drijvende factoren in de industrie, we hebben betere beeldschermen, meer gehuegen en meer opslag nodig. Gaan we dat ook nog versturen of anderszins communiceren, dan is er technische gezien een grotere bandbreedte nodig, dus betere telecom-verbindingen of betere printers met kleur en hoge resolutie.
Het internet speelt een belangrijke rol als aanjager voor met name de e-mail cultuur, maar de hoop dat het ook een echt publieksmedium zal worden, is mijns inziens wat voorbarig. We zijn daar als samenleving nog niet echt rijp voor, de gemiddelde gebruiker heeft nog geen echte behoefte aan e-mail omdat je er praktisch gezien - als consument - nog niets aan hebt. Ik zie het internet als publieksmedium dan ook niet zo zitten, voorlopig is het hoogstens iets voor de zakelijke en professionele markt, we moeten ons door enige tienduizenden nerds/hackers/netsurfers niet gek laten maken, de gewone burger kan erg weinig met dat world-wide-web.
Pas wanneer electronisch betalen, belastingaangiftes, parkeervergunningen en zo ingeburgerd raken komt er een echte vraag los. Hier kunnen overigens de overheid en de kabelexploitanten veel aan doen, een gemeente bijvoorbeeld kan heel veel communicatie tussen burger en allerlei instanties nu al - eventueel experimenteel - electronisch laten verlopen.
Ik pleit al een tijdje voor e-mail loketten op postkantoren om het grote publiek te laten wennen aan die toch heel andere manier van communiceren.
Wanneer men praat over de digitale snelweg als publieksmedium, dan is dat veel meer als een soort super-kabel voor televisieprogramma's met heel beperkte interactie, wat kies-TV en betaal kanalen en zo. Dat is heel wat anders dan het digitale verkeersnet voor punt-tot-punt communicatie zoals met e-mail of het Internet. Die twee gebieden, dus omroep en telefonie-achtig verkeer kunnen eventueel wel via hetzelfde fysieke medium lopen (telefoonkabel, coax of glasvezel, misschien ook satelliet) maar het zijn echt nog verschillende toepassingen.
De video-highway met 500 kanalen TV en de data-highway met punt-tot-punt verkeer hebben - voorlopig - ook heel andere doelgroepen. En wanneer zou blijken dat de gemiddelde TV-kijker geen behoefte heeft (en er voor wil betalen of reclame accepteren) aan meer dan zeg 50 kanalen TV dan gaat die video-highway er ook niet zo snel komen.
De data-highway groeit gewoon door, dat is een evolutie van de telefoon-internet-isdn-atm structuur die biedt wat gebruikers (bedrijven) vragen en willen betalen.