Electronic Highway: USA-style
De Information Highway is technisch gezien niet geboren in de VS; de eerste praktijkproeven
met ISDN en datanetten vonden in Europa en Japan plaats. Maar het was de Amerikaanse
politiek die het onderwerp zo duidelijk naar voren haalde. Met name vice-president Al Gore kan
als de katalysator gezien worden, al zijn zijn motieven niet helemaal duidelijk. Zijn
uitgangspunt, dat particuliere investeringen bevorderd moeten worden en dat concurrentie en
vrije toegang tot de markt voor potentiele leveranciers (van diensten en produkten) essentieel zijn
om lage prijzen te krijgen en de mogelijkheid van een `open access' voor iedereen tot de nieuwe
netwerken en diensten maximaal te bevorderen, betekent dus een minimale overheidsinmenging.
Volgens sommigen loopt hij daarmee aan de leiband van de industrie, die meer vrijheid wil bij
het invullen wat technisch haalbaar is en dat de gebruikers wil opdringen...
De belangrijkste verklaringen op NII-gebied zijn een toespraak van Al Gore op 21 december
1993 tot de National Press Club en het `White House White Paper on National
Telecommunications Reform' van 11 januari 1994.
Principes
De uitgangspunten van de regering betreffende de NII komen naar voren uit de 9 principes en
doelen, die in de `Agenda for Action' van september '93 zijn opgesomd:
- het promoten van investeringen door de `private sector';
- het `universal service'-concept verbreden zodat informatiebronnen voor iedereen
beschikbaar zijn tegen een prijs die een ieder zich kan veroorloven;
- het promoten van technologische innovatie en nieuwe toepassingen;
- het promoten van naadloze, interactieve, user-driven bediening;
- het verzekeren van informatieveiligheid en betrouwbaarheid van de netwerken;
- het verbeteren van het beheer en toedeling van het radiofrequentiespectrum;
- het beschermen van intellectuele eigendomsrechten;
- de co”rdinatie met andere niveaus binnen de overheid en met andere landen;
- toegang bieden tot overheidsinformatie en de aankoopprocedures van de overheid
verbeteren.
In de VS is al een tijdje een stevige discussie aan de gang over de Information Highway, waarbij
voor- en tegenstanders elkaar voornamelijk op het Internet in de haren vliegen. Ook in de meer
traditionele media zoals de opiniebladen en op televisie duikt het onderwerp steeds op, al blijkt
men het daar wel tamelijk oppervlakkig te zien als een nieuw en onmisbaar stuk techniek, waar
de Amerikaanse burger niet meer buiten kan. Dat beeld wordt natuurlijk graag gevoed door de
industrie, die wel brood ziet in meer techniek en vraagtekens bij al die `hype' negeert. De
gebruiker weet nog niet wat er allemaal voor mooie dingen aankomen, dus kan hij of zij er ook
niet over oordelen. `Laten we nu eerst maar de infrastructuur installeren, dan komt de rest
vanzelf,' is zo'n beetje de gedachte.
Vrije concurrentie
De VS ziet zichzelf graag als een technisch en politiek geavanceerde natie met een superieure
informatie-infrastructuur. Men klopt zichzelf graag op de borst vanwege de dienstverlening en
de kwaliteit van het telecom-net. Eigenlijk klopt dat niet en zijn bepaalde landen in Europa
verder met bepaalde ontwikkelingen en is zelfs de basis-telefoniedienstverlening in de VS niet
de allerbeste, al sluiten ze daar wel je telefoon binnen 'n dag aan.
Maar goed, men heeft een aardig werkend systeem, dat vooral erg commercieel is. Men dankt
dit naar eigen zeggen vooral aan de vrije concurrentie en het particulier initiatief, maar vergeet
daarbij dat de liberalisatie van de hele telefoniewereld voor een groot gedeelte het gevolg was
van juridische acties, interpretatie van anti-monopoliewetten en liberalisatie door bepaalde
rechters, waarvan Harold Greene de belangrijkste was. De overheidsinstantie die de belangrijkste
rol speelt in het lib˙ü%