prev -index- next computer info - Luc's datakolom

Het Little Brother syndroom


Ik heb al eerder plek betoogd, dat de werkelijke gevaren van de informatiemaatschappij niet schuilen in de overkoepelende master-computer, de `Big brother' die ons zou beheersen, maar juist in de individuele computers. Men wordt de slaaf van de eigen PC of van relatief kleine systemen bij bedrijven of organisaties, die allemaal zaken opslaan en eventueel gebruiken, die onze vrijheid inperken.

Onze huisdeur, telefoon en fax zijn vogelvrij. Iedereen kan maar sturen, bellen of faxen, met de huidige stand van de techniek kunnen we daar relatief weinig aan doen. De computer heeft dat allemaal nog erger gemaakt. De database is gemeengoed, iedereen kan goochelen met bestanden, steeds meer bedrijven handelen in bestanden (list-brokers) en de overheid en de PTT doen daar vrolijk aan mee. Leve de vervuiling van onze harddisks, wie heeft nog niet de KvK adressen of de postcode floppy van de PTT.

Een database is al snel gemeen-goed, hoe beter hoe gemener.


Voorbeelden

Natuurlijk is het in het belang van adverteerders om hun direct mail zo gericht mogelijk te doen, dat kan men zelfs verdedigen met macro-economische en milieu-overwegingen. Aan de andere kant komt er toch steeds meer junk-mail en valt er meer in de brievenbus dan men ooit kan absorberen.
In ons land zijn er nu CD-ROM's met adressen op de markt, maar ook in de VS weet men er raad mee. De `Silicon Valley on Disk database' (USA 415-9492544) bevat maar liefst 4800 bedrijven en 26.000 namen van directieleden in de computer industrie, met een jaarlijkse update.

Marketplace

Nog verder ging het inmiddels teruggetrokken database product van Lotus, dat naar mijn mening op de rand van het ethisch verantwoorde balanceert. Het heet MarketPlace en draait voorlopig alleen op de Mac. Het was een CD-ROM schijf met bijbehorende software, boordevol gekwalificeerde adressen en marktinformatie.
Er stond/staat info op over 80 miljoen mensen en 7,5 miljoen bedrijven, met reeksen indexen. Wie de schijf heeft, haalt dus een berg info in huis, waar men dan gebruik van kan maken voor mailings, mits men voor het gebruik wel even aan Lotus wat extra geld overmaakt.
Dit is eigenlijk de perfecte scheermes-truc, want men vrijelijk door de data heengaan, selecties maken en zien hoeveel adressen passen bij een bepaald criterium. Pas wanneer men echt de gegevens wil gaan gebruiken, dus van de schijf afhalen voor bijvoorbeeld labels, dan moet men Lotus bellen om een speciale code te verkrijgen, natuurlijk na betaling van 80$ per 1000 namen. Voor de prijs van 695 $ voor het pakket mag men er overigens vrij al 5000 adressen afhalen. Lotus verwachtte overigens dat ook andere listbrokers deze kans om adressen te verkopen gaan benutten met de Lotus software. Een probleem is dat men achteraf niet van de lijst geschrapt kan worden en dat Lotus ook geen verantwoordelijkheid wil dragen voor de kwaliteit van de adressen. Hier duikt de vraag op, of dit allemaal maar kan. Zijn gegevens als deze bulk-handelsgoed of is er produktaansprakelijkheid. Hoe ver kunnen we gaan met dergelijke gegevensbergen?
Ondertussen is deze schijf van de markt LS
Kettingreactie
Een aardig voorbeeld van hoe namen en adressen een eigen leven gaan leiden is de vervuiling van een van onze zoeker-adresjes. Om eens te kijken, wat er met adressenmateriaal in bijvoorbeeld almanakken gebeurt, nemen we altijd wat extra zoekertjes op. Onze Unix Almanak 1992 bevatte er ook een paar en een week nadat die Almanak uit was, begon daar post te komen. Reeksen bedrijven, van IBM, NCR, Digital tot aan de kleine dealer om de hoek bleken de hele adressenlijst overgetikt te hebben en botweg aan het mailen te slaan. Dat is in strijd met het copyright, men mag slecht kleine gedeelten van een tekst overnemen, compleet overnemen is illegaal, maar aangezien blijkbaar iedereen dit doet, zijn we opgehouden er tegen te vechten. (Hoogstens lachen we een beetje om de excuses die vooral grote bedrijven door hun directie menen te moeten laten ophoesten, wanneer we ze hierop wijzen).

Maar goed, nadat we eerst de mailingen, uitnodigen, huisorganen (en hopelijk eind dit jaar de relatiegeschenken) van de grote, echt in Unix contacten geinteresseerde leveranciers ontvingen, bleken de adreslijsten toen voorwerp van handel te worden. Een collega Unix blad ging er mee aan de haal, maar de laatste tijd krijgen we ook veel internationale post binnen op dat adres. Blijkbaar is die adressenlijst, en dit bewijst wel hoe goed die verder was, een goed object voor list-brokers. Zelfs vanuit de VS komen nu de mailings en het zou ons niet verbazen, als we ondertussen ook in de FBI archieven en op heel wat computers in Silicon valley zijn beland, om nog maar niet te spreken van de stap naar de hierboven beschreven CD-ROM databanken. Om even aan de milieutechnische aspecten te denken, er is al ongeveer een halve boom naar binnengeschoven en de post heeft al ongeveer duizend gulden geincasseerd aan porto in de eerste drie maanden van deze mail-kettingreactie. Misschien is dit wel het geheime wapen van de nu zelfstandig commercieele PTT?

In ieder geval is het milieuvervuiling, zowel materieel als geestelijk. En terwijl we zelf last hebben van het fenomeen, maken we er ons ook aan schuldig, zo zit het syteem nu eenmaal in elkaar, ook wij mailen nogal wat in het rond en hebben bestanden en (papieren) lijsten zoals in de Unix Almanak. De wettelijke regels, die zogenaamd aan het beheer van databaken gesteld zouden gaan worden, zijn misschien mooi in theorie, in de praktijk doet vrijwel niemand er wat aan. Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt, is het ook al snel een grensoverschrijdend probleem. Bestandsbeheer, het recht op inzage en verwijdering uit een bestand, wanneer men op de Lotus CD (of in de Unix Almanak) staat blijkt allemaal gepraat achteraf, de eerste jaren is de brievenbus vogelvrij!

Naar mijn mening lossen we dit ook niet op door de mailingdrang van bedrijven onrechtmatig te noemen, maar door iets aan het kostenplaatje te doen en wel door de huidige regelingen voor partijenpost helemaal om te draaien. Wie meer mailt, moet meer betalen, de goedkoopste post geldt voor een-op een brieven. Misschien is dit een zonderlinge uitspraak voor een uitgever, gezien het besef dat de kracht van de nederlandse uitgeversconcerns is opgebouwd doordat ons land van oudsher een zeer coulant periodiekentarief heeft gehad. Misschien is het tijd die zaak eens om te draaien en voorop te lopen met het omgekeerde.


Luc Sala
prev -index- next