© Dealer Info (nr 4 2004)/Luc Sala
UPC
en Casema krijgen vrij spel, alleen minister Brinkhorst van EZ denkt er nog
iets aan doen. Dacht u dat je toch wel leuke dingen zou kunnen doen met die
kabel, of gelooft u net als de Amsterdamse raadsleden dat UPC een failliete
toko is en je blij moet zijn met een fooi.
Domme lokale politici
laten het weer gebeuren en er breken dus gouden tijden aan voor wat wel eens
geringschattend de kabelboeren worden genoemd. Op basis van wat warrige
rechterlijke uitspraken, andersluidend advies als vertrouwelijk in de kast
stoppend, en zonder het juridische gevecht echt hard aan te gaan laten
gemeenten hun rechten op goedkope kabel-prijzen min of meer verdampen. Dus
verhogen Casema en UPC hun prijzen nu al fors, maar zullen de komende jaren hun
kabelnetten pas echt gaan uitmelken. Het gaat alleen al in Nederland om
miljarden extra winst voor hetzelfde product en als men wat investeert een
veelvoud daarvan voor aanpalende diensten.
In heel Europa gaat het om enorme bedragen en de waarde van bedrijven als UPC
is dan ook fors aan het stijgen, jammer genoeg grijpen de publieke
aandeelhouders die ooit veel geld wonnen en ook verloren, naast de hoofdprijs.
Men haalde het bedrijf al een tijdje geleden van de beurs, eerst in Amsterdam,
later ook van de Nasdaq. Europese grootkabelaar UPC is, met 10 miljoen
kabelklanten nu vrijwel helemaal in handen van UGC waar de Schneider familie de
macht heeft en dat is weer voor 55% in handen van Liberty Media van John Malone
en dat bedrijf heeft weer allerlei belangen in omroep en kabel, bijvoorbeeld in
News Corp, Vivendi, QVC, Viacom en Discovery Channel. Op papier maakt UGC en
Liberty nog fors verlies, maar dat loopt snel terug en de omzet verdubbelde
vorig jaar tot 4 miljard dollar en zal nu snel verder gaan stijgen.
Kassa voor Malone
Dat er weer handel zit in de kabel wordt onderstreept door de aangekondigde
beursgang van de internationale activiteiten van Liberty, dat betreft dus UGC
en daarmee ook UPC. Niet helemaal toevallig gebeurde die aankondiging op 15
maart, net nadat wethouder Belliot in Amsterdam op 12 maart een nieuwe deal met
UPC maakte, waarin de gemeente al haar rechten min of meer opgeeft in ruil voor
een fooi voor de gemeente en op kosten van de consument. Minimaal gaat de
burger 100 miljoen extra betalen de komende 9 jaar (maar dat zal met
prijsverhogingen die nog komen eerder 500 miljoen worden), de gemeente krijgt
22 miljoen. Meer kanalen komen er niet, eerder minder of heel dure
pluspakketten, terwijl de kabel als Internet-provider ook nog een leuke
inkomensbron is.
Wie nu weer op de trein van de kabelboeren wil springen zal fors moeten betalen
voor z'n aandelen, Malone en consorten gaan hier groots kassa maken. Ik schat
dat Liberty hier mikt op een kapitalisatie van tussen de 10 en 20 miljard, een
koerswinst van een paar honderd procent na een IPO van 5 of 10% van het
aandelenkapitaal en dus kassa voor de grootaandeelhouders in termen van
tientallen miljarden. En ze hebben gelijk, hun speeltje wordt een van de grote
geldmotoren van het komende decennium. Ze hebben de bandbreedte, moeten alleen
een lullig klein basispakket van 15 zenders tegen een door de OPTA als redelijk
erkende prijs doorgeven en kunnen verder hun gang gaan met pluspakketten,
IP-telefonie en kabel-internet, maar mogen bijvoorbeeld ook hun enorme dekking
gaan gebruiken voor de verkoop van muziek, video, (geld)-diensten en
bijvoorbeeld beveiligings- en medische monitoring.
De plaatselijke
overheden hebben hier weer eens gefaald, misschien dat landelijk er door EZ nog
wat aan gedaan wordt, maar het kabelmonopolie gaat een dure grap worden voor de
burger. Dat weten ze in Den Haag ondertussen dus wel, maar het terugfluiten van
bijvoorbeeld de Amsterdamse wethouder Belliot paste blijkbaar niet in het
beleid.
De kabeldroom is nog
keihard
Toen tien jaar geleden in Amsterdam de victorie van de kabelboeren begon,
hadden maar een paar mensen in de gaten dat het om een multi-billion business
ging. De politici trapten in sprookjes als keuzevrijheid, meer kanalen en
publieke diensten en wilden van de zorg af. De digitale navelstreng, toen en nu
nog grotendeels analoog gebruikt maar met een 800-1000 Mbps digitaal
potentieel, werd verkocht voor wat toen een wereldprijs leek. Per gebruiker
betaalde toen A2000, een gelegenheidscombi van Philips en UPC, een bedrag van
1400 gulden, waarmee toen wethouder Frank de Grave VVD z'n begroting dichtte en
zich zo van een plek in Den Haag verzekerde. Protesten mochten niet helpen, er
werd een geheime deal gemaakt, een referendum kon niet en er begon een
rollercoaster-tijd voor de kabelboeren. Eerst huizenhoge verwachtingen, er werd
uiteindelijk meer dan 2000 gulden per aansluiting betaald voor kabelnetten,
maar de contracten bleken een te strak keurslijf, terwijl de extra inkomsten
uit pluspakketten, internet en telefonie toen tegenvielen. UPC ging onderuit,
via allerlei constructies verloren de investeerders die met en na de
UPC-beursgang de grote buit dachten binnen te halen, hun geld en zeggenschap.
UPC werd een zorgenkindje, op de rand van een faillissement.
Niemand geloofde meer in het verhaal van de digitale navelstreng, het bedrijf
kreeg een zeer slechte naam op het gebied van service en kwam in handen van
grote Amerikaanse zakenlieden, waaronder John Malone, die via obligaties het
bedrijf wel overeind hielden, maar ook alle macht naar zich toe trokken. Maar
ondertussen wist men slim toch de opbrengst per huishouden te verhogen, scoorde
goed met snel internet via de kabel en hield het bedrijf in leven. Wachtend op
het aflopen van de contracten met de gemeenten en altijd alert op mogelijke
juridische meevallers, met leuke argumenten zoals de harmonisatie (verhoging)
van kabeltarieven en dat op basis van Europese regelgeving kabeltarieven geen
lokale aangelegenheid zouden zijn. En die meevallers kwamen, begin 2004 was er
een rechterlijke uitspraak over het kabelnet in Wageningen die de weg
vrijmaakte voor deals met grotere gemeenten. Amsterdam ging, op tamelijk zachte
argumenten en naar later bleek tegen het advies van eigen juristen in, overstag
en het is nu verder een kwestie van tijd voordat heel Nederland zo'n 15 euro
per kabelaansluiting gaat betalen. Dat daarmee de koopkracht van de minima
zomaar een half procentje wordt aangetast schijnt alleen de ouderenbonden op te
vallen.
Wethouder Belliot is ofwel oliedom, of er is iets kwalijkers aan de hand. De
raad gaat er nu nog naar kijken, maar eigenlijk had ze het hele gedoe als
simpele mededeling willen afhandelen. Ze speelde het handig, liet een
hooggeleerd advies dat inhield dat jurisiche stappen wel degelijk mogelijk
waren en de zgn. Wageningen uitspraak rammelde, gevoeglijk als vertrouwelijk
stuk onderduiken. Maar nog erger is dat ze weg komt met de afruil van 3 miljoen
voor een (tot nu toe ook geheime) terugkoopclausule met een boete van 360 miljoen.
Want nu is UPC vrij om haar bezit, tegenwoordig is een kabelnet onroerend goed,
te verhandelen of naar believen te waarderen. Waarom het niet voor 3 miljoen
(dat was toch wat de wethouder er voor kreeg) verkopen aan een off-shore
katvanger, en het boekverlies leuk verrekenen met de belasting, dat scheelt
toch als snel 35% van 357 miljoen. Of het juist lekker opwaarderen voor de
beursgang, dat leukt de prospectus aardig op of misschien een leuke lease-back
constructie, er zitten slimme vogels bij UPC die vast wat moois kunnen
bedenken. Je kunt je afvragen of bij onderhandelingen over dit soort bedragen
er niet meer toezicht moet komen, nu zitten er een paar amateurs die het hele
gerommel ook nog geheim proberen te houden, en is het risico op grove fouten of
erger gewoon te hoog.
Digitale settops
Met al deze veranderingen is ook de verplichting om digitale settops te
leveren, die in Amsterdam al in 1999 was afgesproken, onder het tapijt geveegd.
De kabelaars willen dat wel, maar het kost geld en ze willen nu eerst zeker
weten dat die investering rendabel is en klanten bijvoorbeeld niet kiezen voor
Digitenne (DVB-T) of de satelliet of via ADSL video gaan bekijken. Digitaal kan
men veel meer bieden (6 keer meer dan analoog) maar de kabel heeft ook andere
mogelijkheden, waar geld mee verdiend kan worden, zoals Internet. Daar speelt
ook mee, dat een aantal gemeenten naast de kabel ook nog een apart nieuw
glasvezelnet tot aan de deur wil aanleggen, hoewel dat technisch gezien wat
overbodig is en nu ook door de regering is afgewezen.
Op het congres De
Kabel in de 21e Eeuw van Euroforum eind maart kwam Mark Frequin, directeur post
en telecommunicatie van het Ministerie van Economische Zaken melden dat de
overheid de aanleg van glasvezel niet financieel zal ondersteunen. De vraag is
of ambitieuze gemeentes zoals Amsterdam zich daar iets van aantrekken, er
spelen allerlei belangen mee in het 'glas tot aan de deur' verhaal.
Nationaal kabelbeleid
vastgesteld
Daarmee is wel het kabelbeleid een nationale zaak geworden. De ministerraad
heeft op voorstel van minister Brinkhorst van EZ en staatssecretaris Van der
Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de hoofdlijnen van het beleid inzake
de kabelsector vastgesteld. Daar komen weer allerlei humbugkreten bij naar
voren, het beleid is gericht op het waarborgen van de belangen van de
consument, het bereiken van een optimale marktordening en de totstandkoming van
excellente informatie- en communicatienetwerken. Dat klinkt mooi, maar in de
praktijk gaat het om de manier waarop dat wordt bereikt, namelijk het
stimuleren van concurrentie op de kabel via open toegang, met toezicht op de
consumentenprijzen en invloed van consumenten op het programma-aanbod. In de
nota "Omroep via de kabel" gaat de regering ervan uit dat elke
omroepbedrijf, dus ook anderen dan de kabelboer of de bestaande
omroeporganisaties, toegang tot het kabelnet zal verkrijgen na betaling van een
"vastrecht". Vervolgens kan deze omroep dan zelf invulling geven aan
de producten die men aan de kijkers zal aanbieden, bijvoorbeeld via het
aanbieden van betaal-tv zenders en pakketten via een digitale decoder/tuner.
Dat klinkt aardig, maar wat als zo'n aanbieder werkelijk concurreert met
UPC/Casema met diensten of programma's. Een porno-format bijvoorbeeld zou
mogelijk succes kunnen hebben, maar is dat wat de overheid hier ziet als vrije
concurrentie? Overigens is dat model nu al in gebruik, Canal+ huurt ruimte op
de kabel, maar er is altijd ruzie over hoeveel dat nu mag kosten. De kabelaars
is monopolist en dan kan de minister wel roepen dat er betaalbare toegang moet
zijn, maar welk bedrag vindt de Opta of een andere instantie dan redelijk. Of
de kabelboer door hoge vastrechten de pluriformiteit van het aanbod mag
inperken is dan weer het volgende punt, want waarom zouden bijvoorbeeld
buitenlandse zenders willen betalen voor doorgifte (en Buma/Stemra rechten).
Digitaal: aarzelend
Her en der zijn wat kabelnetten die digitaal gaan, er zijn digitale
pluspakketten waar niet erg veel mensen enthousiast over zijn, maar digitaal is
wel de logische stap. Via settops boxen of met digitale tuners met allerlei
interactieve mogelijkheden ingebouwd in ontvangers. In principe is dit een heel
brede ontwikkeling met een enorme afzet, de digitalisering van de omroep werkt
op allerlei niveaus door, ook bij de productie van programma's. Hier is ook de
convergentie van IT (PC) en TV aan de orde, al jaren spreekt men over dit
nieuwe perspectief, maar erg hard loopt het niet. De digitalisering van de
omroep is een moeizaam proces, waarin de overheid veel moet sturen.
Bijvoorbeeld in de VS, waar men die overstap naar digitale omroep in een
dwingende roadmap heeft vastgelegd, maar daar qua timing toch weer van moet
afwijken.
Vrije decoders
Hier speelt ook nog steeds een standaarden-strijd met als leitmotiv dat men
niet wil dat één bedrijf zoals Microsoft hier een monopolie verwerft. De
decoder kan natuurlijk het beste via een standaard-protocol zoals MHP werken,
maar dat is nu niet het geval, er zijn verschillende systemen in gebruik. Van
een vrije markt, waarbij men de decoder met standaard protocol ook buiten de
kabelboer om kan aanschaffen, is nu nog geen sprake. Maar dit betekent
voorlopig wel, dat de kabelaar de settops inkoopt, z'n eigen protocols kan
bepalen en bijvoorbeeld andere leveranciers en de retailer buiten de deur
gehouden kunnen worden. Suggesties, dat zo'n decoder qua inkoop maar rond de 60
dollar zou kosten, zijn met klem afgewezen, pas over een jaar of vier zou dat
prijspeil haalbaar zijn. Maar wie kan dat controleren, de kabelaars gaan vast
een stevige prijs vragen.
Philips is een van de spelers en nestelt zich stevig op de markt voor digitale
ontvangers met landenspecifieke ontvangers, maar ook de meer algemene
MHP-standaard. Philips heeft speciale features als de 'Pulse Killer Chip'
(waarmee zelfs in gebieden met slechte ontvangst condities beeld vertoond
wordt), Dolby Digital bitstream output, 'Fast Zapp' (wisselen van kanalen
binnen een seconde), easy installation en een eigen Electronic Program Guide
(EPG). Vanaf medio april zal ook de eerste geïntegreerde digitale televisie met
MHP op de markt verschijnen.
Alles bij elkaar is het beeld van de kabel als digitale navelstreng van de
kenniseconomie weer helemaal terug, zullen de kabelboeren ongetwijfeld dik geld
gaan verdienen en mag de burger dat allemaal betalen. Waar een gebrek aan visie
op mediagebied en wat wethouders die tenminste misleidend bezig zijn, al niet
toe kan leiden. En besef wel, die miljarden gaan door de burger opgebracht
worden, en euro's die in de zakken van buitenlandse mediamoguls vloeien ziek ik
niet snel teruggepompt zien in onze nationale economie.
Ir. Luc Sala n.i.