Ballonnist: Expert in krankzinnigheid
Wie voor het eerst deze naam hoort, denkt aan hoogvliegers en avonturiers, die hoog en statig boven ons langs zeilen. Het Amsterdams Ballongezelschap doet dat misschien ook wel, maar dan alleen figuurlijk. De happening uit de jaren '60 is niet dood, Hans Plomp en zijn meevaarders prikken nog steeds de realiteit door: de Amsterdamse `Acid-Test'-geest ging niet verloren en vindt nieuwe vormen in het `Intergalaktisch Oerfeest'.
De `Nieuwe Zotten', daar kan Hans Plomp zich wel in vinden. Hij is dichter, kraker en inspirator van onder meer Ruigoord en het Ballongezelschap en gelooft nog steeds of misschien wel steeds meer in de magische kracht van Amsterdam. Er zijn geen leden, maar slechts participanten: wie zou zich officieel willen melden bij een groep mensen, die `al 20 jaar experimenteel krankzinnig proberen te zijn. Wat ons betreft kan de geaccepteerde realiteit in elkaar storten, dat komt ons niet echt slecht uit. Een Ballonnist werkt met de wereld achter de werkelijkheid.
Het doel der Ballonnisten
Een zo vreemd gezelschap heeft toch een haalbaar, het woord realistisch is in dit verband te dubbelzinnig, doel. Dat is het scheppen van een werkplaats waar los van de commercie een paar keer per jaar een gigantische happening kan plaatsvinden. Dat gebeurt de laatste jaren meestal tegen het eind van het jaar in Paradiso (in 1991 op 28 december) en in de zomer in Ruigoord. Iets van 800 mensen gaan dan uit hun bol en niet altijd alleen door het feestgewoel: dit is een massale `Acid Test', Ken Kesey en Tim Leary zouden zich hier thuisvoelen. De Acid feesten in de `klassieke' LSD-zin komen terug, hoewel er in de alternatieve scene de neiging is om eerder de de magische paddestoel, de psylosybin te gebruiken, dat is wat zachter dan LSD.
Ander soort feest
Het is niet de bedoeling er een net partijtje van te maken, het Amsterdams Ballongezelschap maakt er een complete, orgastische en vooral energetische happening van. `De functie van feesten is het opstapelen van de energie, het bereiken van een gemeenschappelijke extase. Dat moet een kosmisch gebeuren zijn, met volle maan energiek, met nieuwe maan naar binnen gericht, maar met een verbinding tussen boven en onder, buiten en binnen. `Het wordt een bovenpersoonlijke ervaring,' vindt Hans. `Er zijn maar weinig feesten waar ik me buitengewoon high van ga voelen'.
Het past helemaal in de opleving van het Amsterdams bewustzijn, bij de hernieuwde belangstelling voor wat men nu wel de Sjamanistische traditie noemt. Vandaar ook: Oerfeest.
Op de happening van het Ballongezelschap wordt massaal getript, maar op een heel andere manier dan in de house-party scene. Het Ballongezelschap is participatief, hoewel men er nu ook als buitenstaander aan kan deelnemen, maar dan wel verkleed alsof je er bij hoort: het alledaagse past niet bij reizen op grote hoogte. Een kleine 200 man doen mee, zijn deel van het gebeuren en vormen dus het Ballongezelschap, veel vrienden maar eigenlijk iedereen die in Amsterdam en omstreken tot de `nieuwe zotten' gerekend kan worden. Narrige pret, zeker, een ballonnetje lachgas doet wonderen, maar ook aandacht en zorg voor het rituele deel. De rituele kant is heel essentieel. Om twaalf uur 's nachts is er een massaal zonne/ midwinter ritueel, waar iedereen aan deelneemt. Dat brengt een verbinding met de kosmische energie tot stand, iedereen krijgt de kans om in te tunen in dat `andere' en daarmee een waardig ballonvaarder te zijn. Geen disco-achtige oppeppers, dit kan een echte oer-ervaring zijn.
Dat dit in Amsterdam kan, is niet toevallig. Hans Plomp vindt dat de kreet `Amsterdam magies sentrum' nog steeds geldt. Er gebeuren nog steeds vreemde dingen. Zo vinden we (LS en HP) het niet toevallig dat zowel de presentatie van dit blad als het jongste Ballonnisten-feest op de 28-ste december plaatsvonden. De horoscopen geven aan dat de extern gerichte energie van die dag, met een stevige planeetclustering, 's avond meer verschoof naar het huis van de vrienden en relaties. De sterren en de plaats waren gunstig!
Magie
`We zijn nog steeds uniek in de wereld, en misschien ligt dat wel aan wat Nicolaas Kroese deed. Zijn ideëen, dingen als gouden kerktorens als bescherming tegen de parasitaire straling, misschien heeft het inderdaad allemaal geholpen.' `Er is een traditie, de magische rituelen van Nicolaas Kroese (5 Vliegghen) en Robert Jasper Grootveld uit de jaren zestig hebben een opvolging gevonden in aan de ene kant Provo (de politieke vleugel) en aan de andere kant de Insekten-sekte/het deskundologisch laboratorium met mensen als Theo Kleij en Grootveld, Aat Veldhoen, Simon Vinkenoog , Max Reneman, Ernst Vijlbrief. Zij organiseerden happenings: door bepaalde dingen te doen en handelingen uit te voeren kon je de realiteit doorprikken. Het was verwant aan het dada-isme en het surrealisme.' `Denk verder aan het Festival of Fools met Jango Edwards.
We moeten en mogen hier zoeken naar een nieuwe plaats voor de excentriek, de `School of Mad Wisdom' heeft recht op ruimte.'
Hans Plomp leeft met mystiek en magie. Hij ziet magie als `het ingrijpen in de verbeelding, en daardoor ook de realiteit buiten wijzigen. Het is wat anders dan de mystiek, die beleef ik in mezelf, de eenwording met het universele. Maar dan zijn we bij de eeuwige tweedeling, actief en passief, yin-yang, ook in onszelf.'
`Familie'
Daarmee zijn we bij wat Hans is en doet: `Ik woon in mijn droom, die is feitelijk gerealiseerd, al wordt het soms wel bedreigd. Ruigoord, waar ik woon, is een leefgemeenschap met artistieke accenten, met wat magie met een knipoog. Hans woont er nu 18 jaar, hij is met Gerben Hellinga een van de `resident poets' In hun agrarisch anarchistische opzet past geen echte leider. Er wonen nu zo'n 70-80 mensen, waaronder veel kinderen en ook wat autochtone boeren. Ruigoord is ooit door de Amsterdamse krakers en kunstenaars gered van de sloop, maar die bedreiging komt geregeld terug, de expansieplannen voor een nieuw soort Rijnmond steken nu weer de kop op.
Er is een familie gegroeid, niet in de letterlijke zin, maar de Ruigoord-gemeenschap is wel een nieuw familieverband. Misschien zonder bloedband, maar het werkt wel. Hans zegt: `We kunnen in het Westen zo weinig meer experimenteren met sociale familie-structuren. Alleen op de lagere school is er nog dat gevoel, allemaal samen, soms 6 of 7 jaar samen in hetzelfde schuitje. De structuur van de stad, met kleinere families en veel enkelingen is harder geworden, meedogenlozer. Kijk maar, de stadsnomaden worden gedeporteerd, zoals het geval van die mensen achter Artis, die zonder pardon naar een soort gifbelt bij een autosloperij werden overgeplaatst.'
Leeft Amsterdam nog? `Dat weet ik niet precies, we zijn zelf wel weggegaan, maar toch in de buurt gebleven. We waren met Ruigoord zowat de eerste krakers en die scene is nog steeds waar we mee te maken hebben. In Amsterdam is het wel min of meer opgedoekt, maar we hebben contacten met bv. kraakgroepen in Parijs en Berlijn en daar gaan we dan ook wel optreden met het Ballongezelschap, maar ook reizen we naar Lissabon etc.
Nieuwe zotten
`Toch is er wel weer wat aan de gang, ik herken het hier en daar. Ze zijn er, ik zie de vonk in hun ogen, er gebeurt weer van alles. Zo is er een opbloei van de kleine blaadjes, van het pamflettisme, misschien zoekt men weer wat meer dan de televisie-werkelijkheid. Ik zie veel gereïncarneerde heksen, tovenaars, sjamanen, het zijn vaak jonge mensen van rond de twintig. Na de yuppies en de punk zie ik weer de belangstelling voor het andere opduiken, dat merk ik ook aan de belangstelling voor de dodenboekjes en de provo's. Scholieren, scripties: we zijn historie, maar we maken gelukkig ook nog steeds historie, er verandert dus niks. See you.'
L.S.